Brunello di Montalcino – Magisch of Overroepen?

Brunello di Montalcino, een fijne rode wijn, afkomstig van de heuvels rond het stadje Montalcino, dat op ongeveer 42 km ten zuiden van Siena ligt. Dit is een van de beste wijnen van Italië en zeker een van de wijnen met het meeste potentieel men zegt dat hij soms wel een halve eeuw kan rijpen. Hij wordt gemaakt van de Brunello (Sangiovese Grosso).
De grote faam van de Brunello zorgde na de oorlog voor een ongezien succes. Het wereldwijde enthousiasme voor de Italiaanse keuken ging hand in hand met de vraag naar Brunello di Montalcino. Dit trok investeerders aan van overal: lokale grootboeren, eeuwenoude adel, gefortuneerde industriëlen uit Toscane en andere regio’s van Italië of zelfs uit Amerika. Kortom , het is de moeite om de geschiedenis van Brunello even in ’t kort te schetsen.

Even oud als de Italiaanse éénmaking
Vanzelfsprekend worden er al heel lang wijndruiven geteeld rond het stadje Montalcino. Maar tot het begin van de 19de eeuw was de wijn die werd geproduceerd bestemd voor de lokale restauratie . Hij werd simpelweg opgediend in kannen. Duurdere wijn die in flessen werd gekocht, was doorgaans import uit Frankrijk. Halfweg de 19de eeuw ging men in Montalcino echter beseffen dat de Sangiovese­ variant die er werd geteeld, bijzondere eigenschappen had. Zo wat rond het moment dat het ééngemaakte Italië, de zogenaamde Risorgimento, het daglicht zag (1861) werd de productie geïntensifieerd en ontstond de gewoonte om de wijn minstens 4 jaar te laten rijpen op houten vaten. Dit werd een succes. Belangrijkste auteur van dit succes was Clemente Santi, eigenaar van Fattoria Il Greppo. Clemente was een welopgevoede man, met enige kennis van scheikunde (zijn grootvader was apotheker), die anderen wist te overtuigen om zijn voorbeeld te volgen. Het bijzondere was dat hij zijn wijn puur van één druivenras maakte, zonder deze te versnijden. Voortaan zou Brunello door het leven gaan als een gebottelde klassewijn. Het oogstjaar 1888 werd een ware triomf en is een van de pilaren die de faam van de Brunello voorgoed zouden vestigen. Van de 1888 zouden trouwens nog enkele flessen overgebleven zijn. Zijn achterkleinzoon Ferruccio Biondi Santi wist de kwaliteit van de Brunello ook te verzilveren. Hij richtte in 1926 de Cantina Sociale Biondi Santi op. De Cantina vond de weg naar de export en voerde al­ gauw Brunello uit tot in Amerika.
Het fascistische tijdperk was nefast voor de wijn . Ruim 25.000 herbergen werden vanaf het eind van de jaren ‘ 20 gesloten. Het gevolg was dat de inlandse consumptie van wijn met zo’n 30% slonk . Het was wachten op het einde van WO II eer er weer kon aangeknoopt worden met groei. In 1963 werden de DOC-wet goedgekeurd en in 1966 zag de wijnbeurs Vinitaly het daglicht: een belangrijke boost voor de er­kenningen en de export van de betere Italiaanse wijn. Een jaar later werd de Consorzio del Vino Brunello di Montalcino opgericht. Er werd sterk geïnvesteerd in de Brunello, waarvan de faam bleef groeien. Het werd een belangrijk uithangbord van “Made in Italy.” Brunello was in 1980 de eerste appellatie die de hoogste DOCG­ status verwierf.

Brunello: Een bijzondere Sangiovese
De Brunello, naam van de beroemde Italiaanse wijn, is tevens de naam van het druivenras waarvan de wijn wordt gemaakt. Deze druif is een variant van de Sangiovese die we in de Chianti Classico regio vinden en de Prugnole Gentile die gedijt in
Monte­pulciano en behoort tot de alleroudste druivenrassen van Italië. Naar alle waarschijnlijkheid is de druif ook afkomstig van Toscane. We vinden deze kwa­iteitsdruif nauwelijks op andere plaatsen in Europa.
Per decreet is vastgelegd dat Brunello uit­ sluitend mag samengesteld zijn uit Sangiovese Grosso (Brunello), die geteeld wordt binnen het reglementaire territorium van Montalcino. De wijnbouw is er onder meer onderhevig aan opgelegde snoei- en geleidingstechnieken en de rende­menten zijn beperkt (zie verder).

Bijzonder eigenschappen

De Brunello heeft een opmerkelijke dikke schil in vergelijking met de andere Sangiovese varianten. Als u weet dat Sangiovese een druif is met een stevig tanninegehalte, dan beseft u dat de Brunello een tanni­nerijke wijn voortbrengt. Daarom ook heeft goede Brunello behoefte aan een perfecte rijping van de druiven en aan een bijzonder terroir. Dat terroir vinden we in de ongerepte heuvels rond het stadje Montalcino dat 564 meter boven de zeespiegel ligt en enkel omringd wordt door bossen (50%), wijngaarden (15%), olijfbomen (10%) en weiden en akkers (25%). Door de dikke schil is de tint van de wijn die uit de schil afkomstig is, ook intenser dan bij de gemiddelde Sangiovese. Verder zijn er ook gelijkenissen met de Toscaanse wijnfamilie, zoals het relatief hoge zuur­ gehalte, de toets van violet, rode bessen, rood en zwart pitfruit en een lichtjes aardse ondertoon. Met de jaren wint de wijn aan charme, wordt zachter van zuur- en tanni­nestructuur, krijgt een heerlijke toets van amandelen, noten, zoethout en een complex, tertiair boeket. Brunello is een wijn met een enorm bewaarpotentieel. Naar verluidt is de 1888 nog altijd drinkbaar. Ook moderne Brunello blijft makkelijk 20 jaar op zijn top

Bijzonder complex

Door de jaren heen ontwikkelt de wijn een boeket dat zoals gezegd heel complex kan worden. De vraag wordt vaak gesteld hoe het mogelijk is dat één druif, ongeblend, kan leiden tot zo’n complexe wijnen. Voor het antwoord volstaat het naar de wijngaarden te kijken: sommigen liggen in het midden van de heuvel, anderen liggen lager, sommigen zijn zuidoostelijk georiënteerd of pal op het zuiden, andere naar het westen of zuidwesten en sommige zelfs op het noorden. Deze modali­teiten vertalen zich in het karakter van de smaak van de geoogste druiven.
De Brunello is ook een druif die erg gevoe­lig is voor bodem- en klimaatverschillen. Er bestaan in Montalcino zo’n 30 verschi lende Brunello-klonen.De ene is beter aangepast dan de andere om laag in de vallei of hoog op de heuvel te gedijen. De druiven rijpen ook sneller of trager afhankelijk van de expositie aan de zon de verschillen in bodemstructuur. Die bodem is erg gevarieerd: van leem door­aderd met leisteen tot mergel en rijkere stukken kleihoudende grond, kleimergel of slib. Boven de 150 meter vinden we ook vaak de beroemde galestro, een soort van afgeronde dikke kei, in de bodem. De druiven worden per perceel op andere tijdstippen geoogst. In feite oogst men op die manier druiven met erg verschillende karaktereigenschappen. 4-5 jaar later mondt dit uit in een complexe wijn waarin meerdere invloeden verweven zitten.
Er wordt ook aangenomen dat de naam ‘Brunello’ verband houdt met de kleur van de wijn (betekent ‘donker zoals de aarde’ in het lokaal dialect) . Het is inderdaad één van de zeldzame wijnen waarbij een lichtjes aardse schijn doorheen het robijnrood niet noodzakelijk een teken is van een snelle evolutie van de wijn.

De wijngaarden van Montalcino
Montalcino geniet binnen Toscane van een bijzonder microklimaat. Voor alle wijngaarden van Montalcino geldt dat er een warmer en meestal ook droger klimaat heerst dan in de rest van deze wondermooie provincie. De druiven rijpen dus in gunstige omstandigheden en kunnen bijna een week eerder worden geoogst dan in Montepulciano (regio van de Vino Nobile) en in het Chianti Classico gebied. De regenval is met 700 mm per jaar een stuk minder dan het gemiddelde van 900 mm in andere wijnregio’s. Het warme klimaat maakt dat zelfs wijngaarden die naar het noorden gericht zijn hier hun nut hebben: ze rijpen trager en leveren daardoor karaktervolle, aromatische wijnen op. Wijngaarden ge­richt naar het westen en het zuiden krijgen meer uren zonlicht, maar ook meer maritieme wind, wat zorgt voor krachtiger en complexere cru’s. Ideaal is wanneer een wijnbouwer over wijngaarden beschikt aan beide zijden van de heuvel: dat laat hem toe interessante blends te creëren.
De meeste wijngaarden bevinden zich ten noordoosten van Montalcino-stad. Dat is ook het meest heuvelachtige district. Belangrijk is hier ook de aanwezigheid van de Monte Amiata, tevens de hoogste heuvel van Zuid-Toscane, die het hele district beschermt tegen zuidoostelijke invloeden en tegen de regen. De aanplant is als volgt verdeelt: 2.100 hectaren komen in aanmer­king voor de Brunello, 510 hectare voor de Rosso, 600 hectare voor de Sant’Antimo en 50 hectare tenslotte voor de Moscadello di Montalcino, waarvan een zoete witte wijn wordt gemaakt.

Invloed van de millésimes
Brunello is geen zuiderse wijn. Het is een uit­ gesproken bewaarwijn en de expressiviteit, de concentratie, de zuur- en tanninestruc­tuur, de lengte en het bewaarpotentieel van de Brunello zijn niet enkel verbonden met het terroir, met de kwaliteit van de druiven en de gekozen klonen, maar ook met de kli­matologische omstandigheden. Vandaar dat de oogstjaren een belangrijke rol spelen in het karakter van de wijn. Dit gezegd zijnde moet men er altijd rekening mee houden dat wijnen uit moeilijke oogstjaren daarom niet minder interessant zijn: ze kunnen soepeler, eleganter en sneller op dronk zijn. Het zijn wijnen die vaak perfect inspelen op de vereis­ten van de moderne markt.

Vijf sterren-systeem
Vanaf het oogstjaar 1945 is er een vijf sterren­ systeem ingevoerd dat jaar na jaar de kwaliteit van de oogst quoteert. Achter deze quo­tering schuilt een zorgvuldig samengestelde jury van experts die elk jaar samenkomt. Gegeven de technische vooruitgang en de selectie in de wijngaarden, gebeurt het even­ wel zelden dat een oogst minder dan drie sterren krijgt.

Brunello en Rosso di Montalcino
In Montacino vinden we 4 denominaziones (één D.O.C.G. en drie D.O.C.’s). Vier wijnen die elk een eigen karakter hebben. De twee bekendste daarbij zijn de Brunello en de Rosso di Montalcino.
Laat ons beginnen met de topwijn. De Brunello heeft een intens en aanhoudend parfum dat breed en complex is, met nuances van rood en zwart fruit, een eiktoets en zachte kruiden zoals vanille met een ondertoon van gekonfijt fruit. In de mond valt de kracht op, de stevige, harmonieuze structuur, die perfect kan samengaan met een unieke elegantie, net als het pittige karakter van de afdronk. Deze kenmerken maken van de Brunello een wijn met een groot bewaarpotentieel. Zonder enige overdrijving kan een Brunello 10 tot 30 jaar ouderen en in sommige gevallen nog veel langer. Het schenken gebeurt best in grote kristallen glazen bij een temperatuur van 16 graden.
Om de kwaliteit van de Brunello te vrijwaren, heeft de Consorzio regels opgesteld die ronduit streng mogen genoemd worden. Behalve het feit dat hij enkel van Brunello (Sangiovese) geteeld mag worden en dit in een strikt afgebakend productiegebied, gelden ook nog de volgende voorschriften:

  • De opbrengsten mogen de 80 kwintalen per hectare niet overschrijden (1 kwintaal = honderd kilo)
  • De opbrengst in wijn mag slechts 68% van het gewicht in druiven bedragen (dit brengt de maximum opbrengst per hectare op maximum 54,4 hectoliter)
  • De wijn mag pas 5 jaar na de oogst gecommercialiseerd worden (6 jaar bij Riserva’s)
  • Daarvan moet hij minstens 2 jaar in eiken vaten gerijpt hebben (3 jaar bij Riserva’s)
  • En minstens 4 maanden in de fles (bij Riserva’s is dat 6 maanden)
  • Hij mag enkel gebotteld worden in de productieregio in flessen met bordeaux­ vorm.

Rosso di Montalcino  De jongere broer van de Brunello
Van hetzelfde druivenras en van dezelfde terroirs kennen we naast de Brunello ook de Rosso di Montalcino. Deze wijn wordt vroeger in de markt geplaatst en heeft een jonger karakter. Maar dat wil nog niet zeg­ gen dat het hier om een lichtvoetige, speelse wijn gaat. De Rosso is een wijn met een frisser, fruitiger en jonger karakter, maar het rasvolle karakter en de structuur  die de Brunello zo beroemd maakt, vinden we ook in de Rosso terug. De Rosso di Montalcino is een elegante, smakelijke en harmonieuze wijn, met een heldere robijnrode tint, een intens en enthousiast aroma, met een frisse hint van vers geplukt zomers fruit . Deze wijn wordt doorgaans jong gedronken, maar beschikt in sommige gevallen ook over voldoende structuur om minstens 5 jaar te ouderen.
U kan zich afvragen waarom er Rosso di Montalcino wordt gemaakt wanneer druif en wijngaard dezelfde zijn. Het antwoord ligt bij de onverenigbaarheid van de productievoorschriften van de Brunello en de hoge rendementen die typisch zijn voor jonge druivenstokken . Wat doet een wijnbouwer bijgevolg met percelen die recent aangeplant werden of die wijnen opleveren die minder geschikt zijn om te rijpen? Hij maakt er een Rosso van.
De voorschriften voor de Rosso di Montalcino:

  • De opbrengsten mogen de 90 kwintalen per hectare niet overschrijden
  • De opbrengst in wijn mag maximum 70% van de opbrengst in druiven bedragen (of omgerekend 63 hl/hectare)
  • De wijn mag in september volgend op het jaar van de oogst al gecommercia­liseerd worden
  • Er is geen verplichting om de wijnen te laten rijpen in eiken vaten of op fles
  • Hij mag enkel gebotteld worden in de productieregio in flessen met bordeaux­ vorm.

De Moscadello di Montalcino
De Moscadello verwijst naar een witte druif (Moscato Bianco) waarvan in Montalcino zowel een zachte stille, een Late Harvest als een schuimwijn wordt gemaakt. Over de Moscadello di Montalcino wordt al sinds de 17de eeuw gewag gemaakt in geschriften. Het zoete karakter ervan maakt van deze wijn een uitgelezen begeleider van desserts en dan vooral van pasteitjes en gebak.
De voorschriften voor de Moscadello di Montalcino :

  • De opbrengsten mogen de 100 kwintalen per hectare niet overschrijden. Bij de Late Harvest is dat slechts 50 kwintalen
  • De opbrengst in wijn mag maximum 65% van de opbrengst in druiven bedragen (45% voor de Late Harvest)
  • De wijn mag ten vroegste op 1 januari van het tweede jaar na de oogst gecom­mercialiseerd worden (Late Harvest)
  • Er is geen verplichting om de wijnen te laten rijpen in eiken vaten of op fles

De Sant’Antimo: de jongste D.O.C. van Montalcino
Deze wijn dankt zijn naam aan de beroem­de middeleeuwse abdij die amper enkele kilometers van Montalcino verwijderd ligt. Deze nieuwe D.O.C. (beëdigd in 1996) geeft uiting aan het verlangen van de produ­centen om het kwaliteits terroir rond Mont­alcino, ook als het niet in de strikt afgebakende Brunello-zone ligt, te valoriseren. Hier gedijen ook andere (internationale) druivenrassen naast de Brunello-druif. Bij de Sant’Antimo Rosso heeft de wijn­bouwer zelfs het recht om cepagewijnen te maken van uiteenlopende rassen zoals Carbernet, Merlot, Pinot Nero, Novello… Bij de Sant’Antimo Bianco vinden we Char­donnay, Sauvignon Blanc, Pinot Grigio … Er is trouwens ook een Sant’Antimo Vin Santo.

Brunell di Montalcino

Bron: Vino Magazine

Field blends – Is dit zinvol?

Het aanplanten van meerdere druivenrassen door elkaar heen in een enkele wijngaard was tot eind negentiende eeuw zeer gebruikelijk. Dit fenomeen van gemengde aanplant, dat in het Frans complantation en in het Duits Gemischter Satz heet, lijkt in onze tijd een revival door te maken. Wat zijn de redenen voor een dergelijke aanplant, waar vind je zulke wijngaarden nog en wie zijn de voortrekkers ervan?

Eerst even wat definities. Bij gemengde aanplant staan er meerdere druivenrassen in één wijngaard. Deze vorm van wijnbouwcultuur is het tegenovergestelde van de aanplant van één ras in één wijngaard, aangeduid als monocépagecultuur. Bij een pure vorm van gemengde aanplant staan de planten van verschillende rassen ongeordend door elkaar heen. De druiven worden allemaal tegelijk geoogst en samen vergist, met als resultaat een zogenaamde field blend. Het tegenovergestelde van een field blend is een assemblagewijn. Die wordt gemaakt in de kelder, van (wijnen van) verschillende druivenrassen die niet tegelijk zijn geoogst en meestal ook niet samen zijn vergist. Er bestaat dus een fundamenteel verschil tussen een field blend en een assemblagewijn.

RISICOSPREIDING
Gemengde aanplant was tot eind negentiende eeuw zeer gebruikelijk. Het was primair bedoeld om risico te spreiden en dé manier om ieder jaar een bevredigende oogst te garanderen. Het ene jaar deed de ene variëteit het wat beter, het andere jaar de andere; onrijpheid werd gecompenseerd door overrijpheid enzovoorts. Gemengde aanplant was dus niet zozeer een kwaliteitskeuze in de moderne zin, maar veel meer een keuze van pragmatische aard. Ook was het vaak helemaal geen keuze, maar gewoon onbedoeld- In de tijd vóór de moderne ampelografie kenden wijnboeren de verschillen tussen druivenrassen simpelweg vaak niet.

FAMILIE
Oude gemengde wijngaarden bestaan meestal uit meerdere rassen uit dezelfde druivenfamilies, die uit de betreffende streek komen of daar veel voorkomen. De hoeveelheid individuele druivenrassen in een gemengde wijngaard varieert nogal. In Douro heb je het soms over meer dan veertig variëteiten, in Wenen over zo’n twintig en in de Elzas soms maar over een handvol. In bepaalde gevallen is de diversiteit aan echte druivenrassen waarschijnlijk wat overtrokken, want er staan ongetwijfeld mutaties tussen die niet als individueel ras te classificeren zijn. Maar het is ook zo dat de enorme genetische diversiteit van druivenrassen lijkt aan te geven dat kruisbevruchting aan de oorsprong staat van alle rassen die nu bestaan. Kruisbevruchting is heel goed mogelijk in gemengde wijngaarden.

VERANDERINGEN DOOR PHYLLOXERA
Er is een aantal redenen – en sommige daarvan houden verband met elkaar – waarom gemengde aanplant heeft plaatsgemaakt voor monocépagecultuur. Een heel belangrijke reden is de komst en verspreiding van wijngaardziekten uit Amerika, met name phylloxera maar ook (echte en valse) meeldauw. Daardoor gingen heel wat wijngaarden verloren, met als logisch gevolg een grootschalige herinrichting. Met name de gemakkelijkst te kweken, meest productieve en beste variëteiten werden herplant, zodat de diversiteit aan druivenrassen enorm terugliep.
Phylloxera bracht ook een verandering in het vermeerderen van planten teweeg, die bijdroeg aan het verdwijnen van gemengde aanplant. Het vervangen van dode planten door aflegging was niet meer verstandig. Veiliger waren (virusvrije) nieuwe planten uit kwekerij. die geënt waren op Amerikaanse onderstokken. Toegenomen ziektedruk in Europese wijngaarden stimuleerde ook evolutie van klonale selectie in plaats van de traditionele massa selectie, hoewel die ontwikkeling pas echt dominant werd in tweede helft van de twintigste eeuw.

MARKETING
Er zijn ook nog redenen van ‘commerciële’ aard voor het bijna volledig verdwijnen van gemengde aanplant. Het is niet zo monocépagecultuur voorafgaand aan phylloxera helemaal niet bestond. Bepaalde, destijds al beroemde wijngebieden als Rheingau kenden al vanaf eind achttiende eeuw een sterke focus op een bepaald druivenras, in dit geval riesling. Andere voorbeelden Hermitage, Barolo en Bourgogne. Dat wil niet zeggen dat er helemaal geen andere druivenrassen voorkwamen. Maar de nadruk lag doorgaans op één ras, dat de beste resultaten gaf. Je kunt dus zeggen dat monocépagecultuur in zekere zin al voor de uitbraak van phylloxera een trend was. En nadien al helemaal, zeker vanaf de jaren tachtig van de vorige eeuw, toen met de enorme vergroting van de wijnwereld het steeds minder aantrekkelijk werd een wijn naar zijn herkomst te noemen en single -variety wines zeer succesvol werden. Monocépagewijnen zijn nu eenmaal veel aantrekkelijker voor marketing.

OUD IS VAAK GEMENGD
Het gebrek aan diversiteit, de inwisselbaarheid van veel wijnen van één druivenras en de mede daaruit voortgekomen hang naar authenticiteit. heeft de interesse in terroirwijnen sterk doen toenemen. En daarmee zijn ook oude, gemengde wijngaarden weer in de mode gekomen. Maar waar vind je ze nog? In feite komen gemengde wijngaarden overal voor waar je zeer oude wijngaarden aantreft. En dat is echt niet alleen in Europa: Californië heeft waarschijnlijk de grootste concentratie aan zeer oude wijngaarden ter wereld. Daar zijn het met name petite sirah en zinfandel die samen met andere rassen als carignan, barbera, peloursin, syrah en alicante bouschet staan aangeplant. Een mooi voorbeeld van een wijn van zo’n oude wijngaard is de Petite Sirah van Stags’ Leap met de naam Ne Cede Malis. Die komt uit een perceel waarin maar liefst zestien verschillende druivenrassen staan.
Ook in Australië en Chili (met name in Maule en Itata) bestaan nog oude gemengde wijngaarden, net als in Zuid-Afrika. Rosa Kruger, dé expert in Zuid-Afrika op het gebied van oude wijngaarden, zegt: “De meeste van onze oude wijngaarden zijn ook gemengd, maar dan zo dat maximaal 10% van de aanplant verschilt van de hoofdvariëteit. Een chenin-blancwijngaard kan hier en daar wat sémillon blanc, sémillon gris, muscat d’alexandrie en soms palomino hebben staan. En in een oude cinsautwijngaard vind je bijvoorbeeld ook wat palomino, chenin, muscat en zelfs een mutatie als cinsaut blanc.

GEMISCHTER SATZ
Toch trekken bepaalde wijngebieden in Europa de meeste aandacht met hun oude en deels vernieuwde wijngaarden van gemengde aanplant. Opmerkelijk is hun belang in Oostenrijk, en dan vooral in Wenen, dat er sinds 2011 een officieel beschermde herkomstbenaming voor kent: ‘DAC Wiener Gemischter Satz. Maar ook in Burgenland, Steiermark en sporadisch in Niederösterreich komt nog gemengde aanplant voor. Sinds 2015 maakt één van de beste coöperaties ter wereld, Domäne Wachau, een Gemischter Satz uit de wijngaard Seiber bij Weissenkirchen. Roman Horvath MW, directeur van Domäne Wachau, vertelt over deze traditie in Wachau: “Gemengde aanplant was vroeger ook in Wachau normaal. Maar voor de Tweede Wereldoorlog was het wijngaardareaal sterk teruggelopen en toen de heraanplant begon, in de jaren vijftig en zestig, lag het accent op grüner veltliner en riesling, onze twee paradedruiven. Zo’n wijngaard als Seiber is een uitzondering en uniek.
Bij Oostenrijkse gemengde aanplant spelen zo’n beetje alle rassen die zijn toegestaan voor kwaliteitswijn een rol, met name grüner veltliner, riesling, pinot blanc en pinot gris, maar ook meer lokale specialiteiten als neuburger, roter veltliner en rosenmuskateller.

COMPLANTATION
In een ander gebied dat zich – net als Wenen – als kruispunt van Europa ziet, de Elzas, krijgt gemengde aanplant sinds een jaar of twintig ook weer aandacht. Het lijkt alsof die slechts van een enkele producent komt: Jean-Michel Deiss van Domaine Marcel Deiss in Bergheim. Maar complantation kent meer ambassadeurs, zoals Domaine Schoech uit Ammerschwihr. Altenberg de Bergheim (Bergheim) en Kaefferkopf (Ammerschwihr) zijn de enige officiële uitzonderingen op de regel dat een Alsace Grand Cru van een enkel druivenras moet zijn gemaakt én de naam van dat druivenras ook op zijn etiket moet dragen. De protagonisten wijzen vaak op de Elzastraditie van Edelzwicker, maar laat u niets wijsmaken: dat was meestal geen field blend, maar een assemblagewijn. En lang niet altijd een van de goede soort. Verder heeft Deiss weliswaar wijngaarden met wel dertien verschillende druivenrassen – typerend voor de Elzas in heden en verleden – maar gaat het bij een field blend van Kaefferkopf bijvoorbeeld vaak om slechts twee verschillende rassen: gewürztraminer en riesling.
Een andere wijngaard die vaak als complantation wordt genoemd, is Clos du Zahnacker van Cave de Ribeauvillé. Maar zoals wijnmaakster Evelyne Bléger-Dondelinger al eens vertelde: “Het perceel is beplant met riesling, pinot gris en gewürztraminer, maar niet en complantation; de rassen staan niet door elkaar aangeplant, maar vormen drie gescheiden blokken. Die worden niet tegelijk geoogst, maar de most ervan wordt wel gemengd voor de vergisting begint. In de Elzas lijkt het argument van de traditie wat overtrokken en speelt een veel belangrijkere beweegreden een rol: terroirexpressie.

FIELD BLENDS UIT DOURO
Een gebied dat ontegenzeggelijk een grote traditie heeft van gemengde wijngaarden en ware field blends, is Douro in Portugal. Meer nog dan Alentejo, ook omdat internationale druivenrassen in Douro een veel minder grote rol spelen. Veel portproducenten werkten altijd al met oude wijngaarden, waarin – naar eigen zeggen – tot wel veertig verschillende variëteiten staan aangeplant. Daarbij gaat het om alle bekende portdruiven, zoals touriga franca, tinta roriz, tinta barroca, touriga nacional, tinta amarela en tinta cao, aangevuld met minder bekende rassen als rufete, sousao en bastardo. De man die ze fashionable heeft gemaakt voor de productie van onversterkte wijn is Dirk van der Niepoort.
Zijn voorliefde voor gemengde oude wijngaarden is bepaald niet alleen ingegeven door nostalgie. Vanuit wijnbouwkundig perspectief heeft gemengde aanplant alleen maar nadelen. Als er maar één druivenras staat, is het veel makkelijker precieze en effectieve behandelingen in de wijngaard te doen”, zegt Dirk. “Het is overigens interessant dat wanneer tinta barroca en touriga franca apart zijn aangeplant er wel vier weken verschil in het rijpingsmoment kan zitten. Maar als ze samen staan, is dat soms maar een week. Toch is er een verschil van rijpheid, dus moet je kiezen: ga je voor overrijpe barroca of groenere franca?’2012-10-29 10.52.11

TERROIREXPRESSIE
Verreweg de belangrijkste reden voor producenten om met gemengde wijngaarden te werken, is hun zoektocht naar complexiteit en ultieme terroirexpressie. Dirk van der Niepoort zegt enigszins filosofisch: “Monocépagewijnen zijn op simpelere wijze perfect, field blends zijn boeiender, energieker. In het verleden zat er een logica achter welke druivenrassen op een bepaalde plek bij elkaar stonden. Het is heel interessant om die verschillen van blends per herkomst te zien.”
De algemene gedachte van veel producenten met gemengde wijngaarden is dat een mix van traditionele druivenrassen de terroirexpressie vergroot. Jean-Michel Deiss heeft het altijd over de verschillende druivenrassen als het symfonieorkest, met het terroir als dirigent. Samen zijn zij in staat een symfonie te spelen van een complexiteit die een individueel ras (een solist, om in de beeldspraak te blijven) niet bereikt. Op zich is dat een logische gedachte. Toch strookt ze niet helemaal met de moderne opvattingen over de basisvoorwaarden voor terroirexpressie: zowel onder- als overrijpe druiven zijn daarvoor onwenselijk. Bovendien wordt het merendeel van de wijnen die tegenwoordig als grote terroirwijnen worden beschouwd, van Bourgogne tot Mosel, noordelijke Rhöne en Barolo, gemaakt van een enkele variëteit. Dirk van der Niepoort wijst op het feit dat veel van die gebieden vroeger ook gemengde wijngaarden hadden, maar dat de invloed van landbouwingenieurs voor monocépagecultuur heeft gezorgd. Maar hij zegt daarnaast: “Er zijn ook druivenrassen die alleen moeten worden aangeplant, om hun individualiteit en dominante karakter. Pinot noir is er daar een van, nebbiolo ook en hier in Portugal baga. En wellicht ook riesling.”

ORKEST VERSUS SOLIST
Gemengde aanplant maakt een beperkte maar interessante revival door. Even los van andere argumenten voor gemengde aanplant, fascineert mij dat van een superieure terroirexpressie het meest. Ik kan de logica volgen. Terroirwijnen moeten in eerste instantie ruiken en smaken naar de plek waar ze vandaan komen. Van een pure uitdrukking daarvan in wijn leidt de variëteit met zijn raseigen karakter in theorie eigenlijk alleen maar af. Maar in de praktijk denk ik dat de wijnliefhebber juist baat heeft bij een herkenbaar druivenras in een wijn. Dat kan de herkomst van de wijn verraden en de terroirexpressie verduidelijken: wat overblijft nadat de duidelijke raskenmerken en die van de vinificatie/opvoeding zijn gedefinieerd, zijn de veel lastiger te duiden kenmerken van terroir. Haal je het druivenras uit de balans, dan wordt terroir herkennen wellicht puurder maar nóg lastiger. Bovendien staan naar mijn mening bepaalde druivenrassen qua ‘edelheid’ boven andere. Zoals Dirk van der Niepoort al aangaf: bepaalde solisten verdienen een groot podium. De aanwezigheid van mindere druivenrassen verzwakt hun uitmuntendheid. Dan tilt de solist het orkest naar een hoger algemeen niveau, maar haalt het geheel nooit het niveau dat de solist zelf heeft. Dus? Gemengde aanplant is een boeiende vorm van wijnbouw -juist ook in deze tijd – die in meer gebieden dan nu het geval is heel goed kan werken. De beste wijnen bewijzen dat. Die zijn gelaagd, energiek en spannend. Maar dat kan ook aan de wijnmakers liggen …

Bron: Artikel van Lars Daniëls, verschenen in Perswijn nummer 5 van 2016

Een wagen huren – Sunny Cars? No way Ellende Cars

Wat volgt heeft niets met het opzet van de Bottle Case blog te maken. Het gaat dit keer niet over wijn of over gastronomie. Hoewel, onrechtstreeks is het er zeker mee verbonden. Ik schrijf dit uit machteloze frustratie!
Eén van de aangename kanten van het leven als een gastronomische wijnhandelaar is dat je wel eens een keer op pad gaat naar het buitenland om er ofwel aan prospectie te gaan doen, ofwel naar de vakbeurzen gaat, of dat je de wijnboeren waarmee je samenwerkt een keer gaat bezoeken om een impressie te krijgen van wie en wat ze zijn als mens en vooral hoe ze werken aan de wijn die je probeert aan de man te brengen.

Ik heb het afgezworen om lange reizen nog met de wagen te maken en dus ga ik met het vliegtuig en huur er ter plaatse een wagen. Het is net met dat huren van een wagen dat mijn haren de laatste 3 trips ten berge rijzen. Vooraf maken we mooi een contract op met een reisbureau waarin we aangeven welke wagen we wensen te huren, wat de prijs hiervoor is en we nemen een all inclusive verzekering zodat de lokale verhuurpunten ons niets extra meer kunnen aansmeren.

Blijkbaar heeft Sunny Cars een vorm van monopoly hiervoor in België want de reisbureau’s waarmee ik heb samengewerkt gaan allen via deze Nederlandse ellende!

De afgelopen maanden ben ik drie keer op pad geweest: Zuidelijke Rhône (Luchthaven Marseille), Westelijk deel van Sardegna (Luchthaven Alghero) en zopas Ribera del Duero (Luchthaven Madrid). Een relaas van de voorgedane feiten:

  1. Zuidelijke Rhône – Luchthaven Marseille
    Contract Sunny Cars, huur wagen via Europcar
    We moeten meer dan 3 uur!!! wachten vooraleer we aan de beurt zijn voor het huren van onze wagen. Niet dat er extreem veel volk voor ons was maar het duurde bijna 40 minuten om een klant te helpen. Na dat we de plichtplegingen hebben gedaan moeten we nog een klein half uur wachten omdat de wagen nog niet klaar was. Hij moest nog gereinigd en gewassen worden.
    Resultaat: redelijk gefrustreerd
  2. Westelijk Sardegna – Luchthaven Alghero
    Contract via Sunny Cars, huur wagen via Sicily by Car
    Dit was werkelijk de max en een ware schande. Contract opgemaakt voor het huren van een wagen type D. De deskmedewerkster vertelt vrolijk dat er enkel nog een Fiat Panda (type B) beschikbaar is. Deze wagen is maar een ietsje kleiner zegt ze lachend. Ook tegen een gezin met 3 kinderen en uiteraard dito bagage. Ik weet niet of je een Panda kent maar daar wens je geen duizend kilometer mee rond te toeren en daar kan je zeker niet in met een gezin. Na veel palaver en discussie maakt de deskmedewerker een contract op voor de Panda. Een downgrade ipv een upgrade wat je in het geval je type wagen er niet is moet krijgen. Op de woorden ‘Dit is je reinste diefstal’ lacht ze een keer en antwoord ‘Ja’! Bij het afhalen van onze wagen zien we dat er wel degelijk grotere wagens vrij staan.
    Bellen naar Sunny Cars zoals ze zo mooi op het contract vermelden haalt niets uit. Ze doen niets! Nada!! Nougabollen!!! We kregen van hen te horen dat we de volgende dag maar terug naar de luchthaven moesten (ons hotel lag op 210 km van de luchthaven) om een andere wagen op te halen. Bij thuiskomst klacht neergelegd maar tot op heden hebben we nog steeds geen refund gekregen voor het teveel betaalde bedrag. Jawel je reinste diefstal!
    Resultaat: Zeer gefrustreerd
  3. Ribera del Duero – Luchthaven Madrid (Terminal 2)
    Contract via Sunny Cars, huur wagen via OK Rent a Car
    Tot mijn verbazing konden we de wagen niet huren op de luchthaven maar moesten we met een shuttle bus het drukke Madrileense verkeer in naar het Crown Plaza Hotel Airport. Na de afhandeling willen we de wagen ophalen maar de medewerker laat ons staan en verdwijnt, en blijft weg, en blijft weg… Uiteindelijk kunnen we 2,5 uur na landing vertrekken. Bij het inleveren van de wagen probeert men nog een keer extra geld uit de zakken te halen. Ik zou moeten bij betalen omdat ik teveel kilometers heb gedaan. Gelukkig had ik het contract op zak waar duidelijk ‘ongelimiteerd aantal kilometers’ op staat. De shuttle bus om ons naar de luchthaven te brengen staat klaar maar de chauffeur zegt ons nog een half uur te moeten wachten.
    Resultaat: Redelijk gefrustreerd

Het is dus duidelijk dat dit een maffia wereld is waar de betalende passagier een gemakkelijke speelbal is. Een back up of goede service krijgen doe je helemaal niet. Zeker niet bij het autoverhuurbedrijf maar ook niet door grote waakhond Sunny Cars.
Niet één keer heb ik trouwens de wagen gekregen die ik had gekozen als huurwagen.

Maar wat ik in het geheel niet kan begrijpen is dat je wagen eenvoudigweg niet klaar staat bij aankomst en dat men je enkel de sleutel te overhandigen heeft. Je hebt immers alles op voorhand geregeld via het reisbureau en Sunny Cars. Ze bezitten al je gegevens, de betaling voor de huur is gemaakt, de keuze van de wagen is bepaald.
Waarom moet je ter plekke dan nog:
a) Opnieuw al je gegevens invullen
b) Je creditkaart afgeven
c) Een willekeurig bedrag, afhankelijk van welk verhuurbedrijf, op je creditkaart laten blokkeren.
d) Wachten, wachten en wachten…

Neen bij aankomst zou jou contract netjes klaar moeten liggen, met de sleutel erbij en zou je de wagen moeten krijgen die je hebt bepaald bij de huur. Het zou 5 minuten, max een kwartier mogen duren.
Kan er mij iemand verklaren waarom dit niet het geval is. Of is er misschien iets dat ik mis doe hierbij? Alle tips zijn welkom!

Volgende keer weet ik alvast dat ik Sunny Ellende Cars tracht te mijden en ga ik speuren om ergens een premium account te krijgen met een optimale service

car_hire_48s1

Accijnzen – Zijn onze Heren politiekers nu echt helemaal niet beschaamd!

Kort maar krachtig! Heren Lijders (bewust) Des Lands, dit is crapuleus!!

Ik schets mijn statement graag met een fictief voorbeeld.
Wijnhandel ‘T Vaderlandse Genot besluit over te gaan tot de aankoop van een pallet Cava (570 flessen) bij Bodegas Cava de Chicos Perezosos. Deze Bodega maakt een heel eenvoudige maar best genietbare Cava en vraagt voor zijn product een prijs van 2,00 € exclusief btw, exclusief taksen en exclusief transport.
Vol goede moed wenst hij deze Cava in België te verkopen voor 7,00 € inclusief btw.

Onze regering neemt het besluit het belastingregime in België volledig, maar dan ook volledig te veranderen en bouwt een heuse tax-shift in. Na heel wat gedokter, bekvechten om wie de grootste heeft en berekenen in veel te kleine mottige kamertjes komen ze tot het moedige besluit niets om te gooien en te behouden wat er is, maar… we doen er nog een beetje bij!!

Wijnhandel ‘T Vaderlandse Genot is een noeste werker en werkt volledig zoals het hoort. Geen geniepige afhalingen in het duister met reclame-vrije bestelwagens. Wel gaat hij ’s avonds, desnoods ’s nachts, na zijn uren, achter zijn computer zitten en betaald hij plichtbewust zijn accijnzen.
Vanaf 1 november bedragen deze 1,922 €/fles voor schuimwijnen. Graag vooraf te betalen aan de staatskas aub!

Wijnhandel ‘T Vaderlandse Genot komt tot volgende, gruwelijke, vaststelling bij het berekenen van wie er wat verdiend op 1 fles Cava:

De Wijnboer: 2,00 € (uiteraard gaat hij zijn desbetreffende staatskas ook moeten spijzen)

De Wijnhandelaar: 7,00 € inclusief btw maakt 5,785 € exclusief btw
5,785 € – 2,00 € (aankoop bij de wijnboer), – 1,922 € (Accijnzen), – 0,074 € (Verpakkingsheffing), – 0,009 (Fostplus – Valipack), – 0,50 € (transportkosten) = 1,280 €
Op deze 1,280 € winst wordt hij door onze regering belast voor 33% (we rekenen de gemeentebelasting even niet mee).
1,280 € min 33% belastingen = 0,858 €

De Regering: 1,922 € accijnzen + 0,074 € Heffingstaks + 0,009 Fostplus + 1,215 € Btw + 0,424 € belastingen = 3,644 €

Ik zet het even netjes onder elkaar:
Wijnboer: 2,00 €
Wijnhandelaar: 0,858 €
Regering: 3,644 € (Dit is 1,822 x wat de wijnboer verdient en maar liefst 4,25 x wat de wijnhandelaar verdient)

Onze regering verdient méér dan de noest werkende wijnboer en de hardwerkende en risiconemende wijnhandelaar, zonder dat ze ook maar 1 poot moet uitsteken. Zonder dat ze ook maar 1 druppel zweet moet laten op 1 fles Cava… zucht

In sommige verwoordingen noemt met dit gewoon diefstal!

En wij? De boer vloekte eens en ploegde voort… Kan er mij iemand zeggen waarom?

regering

Proeformulieren een verheldering of een warrig kluwen?

Bottle Case

Wijnproeven is heerlijk, dat moet ik jullie al lang niet meer vertellen! Hoe correct wijn te proeven…dat is een ander verhaal! Het is ons mens-zijn immers eigen vooral uit te gaan van persoonlijke voorkeuren. En daar is helemaal niets op tegen, integendeel zelfs. Heel vaak vertel ik dat de essentie van wijnen wijnproeven vervalt in dat ene puntje: lust ik hem of lust ik hem niet.
Uiteraard is dit het belangrijkste want als je een wijn graag drinkt wil je hem drinken en wil je hem in je kelder. Als je een wijn niet graag drinkt dan mogen wij (ik heb steeds de neiging een ‘n’ achter ‘wij te typen…) professionals nog duizend maal vertellen dat de wijn heel correct en zuiver gemaakt is. Het zal je worst wezen als je hem niet lust, en terecht!

Maar… wil je neutraal wijnen kunnen proeven en beoordelen dan…

View original post 197 woorden meer

Het belang van onderstokken – Weg met het luisje in de pels

De invasie van de phylloxera op het eind van de 19de eeuw heeft geleid tot een diepgaande metamorfose van de wijnwereld. Vanaf dat moment was het not done om druivelaars te planten zonder Amerikaanse onderstok of onderstam (enkele uitzonderingen niet te na gesproken).

Het gebruik van de onderstokken maakte het mogelijk om de dreiging die uitging van de phylloxera (druifluis) volledig af te wenden. We staan er zelden bij stil, maar in feite was dit een slimme biologische oplossing voor een groot probleem. Maar de wingerd veranderde nadien wel wezenlijk. Druivenstokken werden hierdoor gevoeliger voor chlorose (geelgroene verkleuring van de bladeren), grijsrot en droogte. Ook de rendementen namen toe met mogelijk kwaliteitsverlies als gevolg.

Entingstechniek

De wijnstok enten komt neer op het samenvoegen van twee takken: de ent of de stok en de onderstok. Anders dan bij fruitbomen wordt de ent niet geplaatst op een in de grond gewortelde onderstok maar op een simpel soort stek.
De entingstechniek van vandaag berust nog steeds op de methodes uit de Middeleeuwen. Ze werd evenwel verfijnd op het vlak van precisie, de vorm van de inkeping en de verzorging van de jonge planten (behandeling tegen schimmels, waterhuishouding, passage door een koude kamer om het hout te hydrateren,…). Het samenvoegen van ent en onderstok gebeurt soms machinaal met een toestel dat iets weg heeft van een naaimachine. Eens geënt, wordt het plantje aangebracht in een vochtig substraat bij een temperatuur van +/- 30°C tot het litteken dichtgegroeid is. Het plantje blijft dan in serres tot het klaar is om een volwassen leven te beginnen in de wingerd.

De keuze van de onderstok

Er bestaan ruim 30 verschillende soorten onderstokken voor de wijnbouw. Ze garanderen allemaal een resistentie tegen phylloxera, maar geven andere resultaten op het niveau van rendementen, aanpassing aan bodemtypes en resistentie tegen andere parasieten en wijngaardziekten. Het overgrote deel van de onderstokken die tegenwoordig in omloop zijn, waren reeds gekend op het einde van de 19de eeuw. Ze zijn ontstaan uit kruisingen tussen Amerikaanse variëteiten en dragen soms eigenaardige namen zoals Riparia Gloire de Montpellier, Fercal, 116 Couderc, 333 Ecole de Montpellier of SO4.
De keuze van de onderstok heeft een grote invloed op de ontwikkeling van de plant, het voortgebrachte volume en moet bewust gebeuren in functie van het pedo-klimatologisch karakter van de bodem van de betrokken percelen. Tenslotte moet men ook rekening houden met de productiedoelen. Men kan zelfs stellen dat de onderstok belangrijker is voor het eindresultaat dan de kloon van het druivenras.
Bij de uiteindelijke keuze van de onderstok moet de wijnbouwer dus op de hoogte zijn van de kenmerken van elk van zijn percelen. Elementen die meespelen: de diepte van de bodem, het gehalte aan actieve kalk, de drainage, de resistentie van de bodem tegen parasieten en de zuurgraad van de grond. Hij moet ook rekening houden met zijn doelen en met het gekozen druivenras. De grote groeikracht van een onderstok gecombineerd met de vruchtbaarheid van de grond kan leiden tot overdreven rendementen. Een vroegrijpende onderstok kan het tijdstip van de bloei en de oogst beïnvloeden, in casu vervroegen. Dat kan dus risico’s meebrengen in hooggelegen of frissere wijnregio’s waar er een behoorlijke kans is op laattijdige vorst.

the

(Met dank aan Vinomagazine voor het artikel).

Seven Springs – The Sequal

Mag ik jullie even mee in de teletijdmachine nemen? We gaan terug naar juli 2011 en naar één van de eerste blogs die ik schreef. Deze ging over een gepassioneerde wijnliefhebber die er niet beter op gevonden had zichzelf en zijn vrouw een wijngaard cadeau te doen voor hun 25e huwelijksverjaardag.  Dat deze wijngaard in de Hemel en Aarde vallei ligt in het mooie Zuid-Afrika is geen onaangenaam detail. Trots als een jong veulen presenteerde hij me toe zijn allereerste wijn. Een Sauvignon Blanc van het jaar 2010 (lees Seven Springs Sauvignon Blanc 2010). Deze beviel me toen enorm zodat ik benieuwd was naar het vervolg van Tim’s project en zijn andere wijnen.

Zoals vaak komt van het één het ander en nam Tim opnieuw contact op met me om zijn nieuwste wijnen voor te stellen. Dat hij niet had stilgezeten ondertussen was wel duidelijk want zoals ik in 2011 reeds voorspelde zijn de wijnen ondertussen wel degelijk te vinden op de Belgische markt. Meer bepaald bij Ad Invinitum uit Schoten. Het was dan ook Steven die me de proefflesjes bezorgde.

Met veel plezier schonk ik de glazen en dit zijn mijn bevindingen over de wijnen.

  1. Seven Springs Sauvignon Blanc 2012
    Zeer zuiver en mooi bouquet dat voornamelijk citrus vrij geeft. Frisse limoen, beetje pompelmoes. Verder grassig, veel exotisch fruit, witte peper en een vrij hoge mineraliteit. Eveneens licht vegetaal accentje. Het frisse proef je ook onmiddellijk, toetsje anijs erbij, exotisch fruit met banaan en passievrucht. Vegetaal, kruidig en limoen op het einde. Voldoende dragend. Zuivere, lekkere en aangename Sauvignon Blanc.
    Als ik even terug kijk naar mijn notities van 2011 zie ik geen opvallende verschillen, enkel maar gelijkenissen.
    Hoewel de prijs van 12,80 € niet echt goedkoop is, is deze naar mening toch correct.
  2. Seven Springs Unoaked Chardonnay 2012
    Helder, zuiver en tranend. Bij de eerste geur is het notige accent aanwezig alsook de appel en het minerale accent. Na walsen mooie peperkruidigheid. Zeer zuiver van smaak, mooie aciditeit en in de aanvulling wit boomfruit en geel steenfruit. De afdronk mocht dragender zijn. Fruitig/mineraal einde met een lichte kruidige toets. Het notige accent blijft behouden.
    Hoewel dit een correct gemaakte wijn is kan hier nog heel wat aan gewerkt worden. Ook deze wijn prijst 12,80 €. Net iets teveel…
  3. Seven Springs Chardonnay 2012
    De ge-eikte versie van de Chardonnay is zuiver strogeel van kleur en traant evenzeer. Duidelijk houttoets in het bouquet. Maar het moet gezegd zijn dat deze er wel mooi in verweven zit. We hebben een open neus en nemen dus veel waar: Vanille, boter, noten, appel. De duidelijke Chardonnay kenmerken zijn dus herkenbaar aanwezig. Verder branderig, brioche, peper en de onvermijdelijke mineralen.
    In de mond licht spritzig, notenbitter. Het hout is hier veel zwaarder aanwezig. Correcte zuren, voldoende fruit maar de afdronk stoort me en is niet echt zuiver.
    Hier heeft Tim duidelijk nog een weg af te leggen want hier moet aan gewerkt worden. Voor 16,90€ verwachten we een beter product.
  4. Seven Springs Pinot Noir 2012
    Helde blinkend zuiver, kersenrood en tranend. De neus is licht animaal met veel klein rood fruit (wat snoeperig), viooltjes en zeer veel kruiden. De lichte tabaktoets verraadt de subtiele houttoets. In de mond, licht speels met vooral framboosjes. Voldoende lang en dragend en ondanks dat ik er door zijn snoeperige neus wat voor vreesde, voldoende fris. Tabak en kruiden typeren de afdronk. Mag volgens mij nog een tweetal jaartjes liggen vooraleer hij zich wondermooi zal geven. Echt veel langer zou ik hem ook niet bewaren.
    Prijs: 16,90
  5. Seven Springs Syrah 2012
    Diep intens donker paars met stevig gekleurde tranen.
    In aanzet is de wijn wat gesloten. Ik gunde hem dus wat tijd in zijn glas op zich te openen. Dan volgde een festijn aan donker zwart fruit, veel peper, lichte eucalyptus, tabak, cacao, mokka, ceder, viooltjes. Het was duidelijk de moeite hem even de tijd te gunnen. Qua smaak is dit een zeer herkenbare Syrah (de druif-herkenbaarheid heb je trouwens bij al de wijnen van Seven Springs). Zeer fruitig, vlezig, sappig en smakelijk. Hoewel het een kruidenbom is countert het fruit zeer mooi. Verweven houttoets, mooie tannine en voldoende fris. De afdronk is zeker dragend (een zevental seconden) en hij blijft vooral zijn typiciteit behouden.  Dag 2 smaakte hij zelfs nog beter! Wat mij betreft een zeer aangename en correcte Syrah die je opnieuw voor 16,90€ in je bezit kan krijgen.

Slotconclusie is dat ik vooral fan blijf van de Sauvignon Blanc en dat de Syrah me zeer aangenaam verraste. De Pinot Noir is degelijk en correct en wat de Chardonnay betreft is er nog een ruime marge voor verbetering.

Afspraak graag binnen een paar jaar voor de opvolging hiervan.

Seven springs

 

 

Wijnwetgeving – Wat een zinnige onzin!

Om het met een Astrid Bryan-achtige fake te melden: Oh My God… Is het ondertussen zolang geleden dat ik nog een keer in de pen kroop. Hoog tijd om hier verandering in te brengen!
Aanleiding van dit stukje is een post die ik van een collega blogger/wijnadept een tijdje terug op de sociale media zag passeren. Stefaan Soenen postte er de volgende opmerking: ‘De Crémant de Savoie komt eraan. Maar wat een gekke en domme wetgeving weer: de wijn moet 40% Jacquère bevatten. Een prachtige Crémant de Savoie van 100% Altesse (Roussette) kan niet, zoals een uitmuntende Crémant de Jura van 100% Savagnin ook niet kan. Kan iemand mij uitleggen wat mutilatie van wijnbouwers met kwaliteit te maken heeft? Dat lokale druivenrassen moeten worden gebruikt, dat vind ik zeer te verdedigen. Maar die stomme regels rond blends, wie vraagt daar eigenlijk om?’
Buiten het feit dat ik het woord ‘mutilatie’ even moest googelen vond ik het interessant er mijn mening over te schrijven.

Waarom moet er eigenlijk een wijnwetgeving bestaan en waarom moet elke regio/streek zijn specifieke regeltjes opgelegd zien? De diverse AOP, DOC(G), DO… decreten die er bestaan zijn er uiteraard niet zomaar gekomen. Goede zaak in het denken is en was het beschermen van de eigenheden die de regio rijk is. Op zich iets wat een wijn-variërend liefhebber als mezelf enkel maar kan toejuichen. Het weerhoudt er de commercie van om de consument nog meer onder te dompelen in de zoveelste saaie Chardonnay of Merlot. Het boeiende zou er voor een groot deel reeds van af zijn. Zo blijven druiven als de aangehaalde Jacquère of Altesse een bestaan hebben.

Tweede positief element beschouw ik alvast de beknotting van de wijnbouwer in zijn ‘oogst-maar-op’ drang. Maximum rendementen, minimum alcohol percentages, afstanden bij het aanplanten van de stokken etc. Driewerf hoera hierom! Het mag wat mij betreft allemaal nog wat strenger zijn. Vooral naar de rendementen toe en meer specifiek in Italië.

De afbakening van het gebied, de bewuste terroir, bekijk ik eerder met argusogen. Ongetwijfeld dat het zijn voordelen zal hebben maar toch leeft er een gevoel dat de knoeier die een lapje wijngaard binnen het afgebakende gebied heeft liggen ongestraft zijn ‘brouwsel’ mag blijven maken met de fiere AOP melding en dat de kunstenaar die zijn stekje net buiten de afbakening heeft liggen gestraft wordt.

Dat de regeltjes trouwens gemaakt worden door de wijnbouwers zelf geeft dan enerzijds weer andere bedenkingen. Uiteraard is dat veelal uit eigengereide bescherming of geldingsdrang. Terwijl het van de andere kant toch wel goed is dat het de ervaring aan wijnbouwers is die de wetgeving kan vormen en niet de bureaucratie (hallo Europa met uw stomme AOP omvorming).

Echt schrijnend en verschrikkelijk zijn de Italiaanse decreten waar er godbetert in opgenomen is hoe een wijn van pakweg de DOC Breganze er moet uitzien, ruiken en smaken. Het doet me de haren rijzen!

Ik kan zo nog eindeloos doorgaan met het argumenteren van waarom wel en waarom niet.
Maar toch wil ik nog even terug komen op de formulering van Stefaan. Wat een gekke en domme wetgeving dat de Crémant de Savoie 40% Jacquère moet bevatten!
De wijnmaker hoeft dat helemaal niet te doen! Wanneer hij dit doet, doet hij dit uit eigen wil en omdat in de meeste gevallen de benaming Crémant de Savoie nu eenmaal meer centen in het laatje brengt. Indien de wijnbouwer van oordeel is dat hij een veel betere, lekkere en uitmuntende Crémant de Savoie van 100% Altesse kan maken dan houdt niets of niemand hem tegen om dit te doen en kan hij met een superheerlijke Vin Mousseux voor de proppen komen. Als de wijnbouwer verkiest dit niet te doen is dit omdat zijn portefeuille hem zal zeggen dat het misschien verstandiger is om een AOP Crémant de Savoie te maken.
En daar, daar zijn wij, de consumenten, de grote schuldigen in!

cremant de savoie

Chablis – Par Mots er par Vaux

Chablis! In het wijnlandschap staat deze Bourgogne appellatie nog steeds fier overeind en is ze in het bezit van een naam als een klok. Wereldwijd gegeerd en aanbeden als was ze een ware filmster. Toch heb ik steeds een haat/liefde verhouding gehad met deze noordelijke blonde schoonheid. Boeiend, zonder enige twijfel. Het volstaat om een keer op bezoek te gaan in Chablis en de wijngaarden in te trekken. Zonder twijfel ook mysterieus, steeds bang afwachtend of de vaak (te) hoog gespannen verwachtingen wel voldaan kunnen worden. En net op dat punt neep het schoentje me iets te frequent. Sowieso vind ik dat een eenvoudige basis Chablis zelden of nooit een passend prijs/kwaliteit kaartje laat zien waardoor het een wat hoogdravende diva werd die in de tijd dat er nog geen sprake was van botox al in haar nog te vroege jaren reeds over haar hoogtepunt heen was. Enkel goed voor wat puffend gebluf om dan te eindigen in de goot.

Daartegenover staat dan die andere Chablis. De echte sterren aan het firmament, niet zelden gezegend met de Grand Cru status. Rete-strak, hoofd omhoog, borst vooruit, stralend van de mineraliteit en dus vitaliteit. Blakend in hun eigen jetset aan de rechteroever van de Serein. Verzekerd van een marktwaarde tot in de eeuwigheid. En jawel, betalen zal je om ervan te kunnen genieten!

Het is over deze Bourgondische wijn dat het BIVB (Bureau Interprofessionel des Vins de Bourgogne) een pracht van een uitgave heeft geschreven ‘Par Mots et par Vaux‘. Het boek wordt niet gecommercialiseerd maar is een uitstekend naslagwerk omtrent Chablis.

Chablis

Voor de aardrijkskundige leken onder ons: Chablis situeren we in het noorden van Bourgogne in het departement Yonne tussen Parijs en Beaune.
Chablis zou trouwens de samentrekking zijn van 2 woorden zijnde CAB ‘maison (huis)’ en LEYA ‘près du bois (dicht bij het bos)’.

Chablis enkele cijfers:

  • 1 druif / 1 kleur: Chablis is een witte wijn van Chardonnay
  • 4 appellaties zijn er in Chablis: Petit Chablis / Chablis / Chablis Premier Cru / Chablis Grand Cru
  • 1938 is het jaar waarin de AOP in decreet werd gegoten . In 1944 volgde Petit Chablis
  • 5462 ha aan wijngaarden is de appellatie groot
  • 40.000.000 miljoen flessen ongeveer worden er per jaar gebotteld
  • 300 verschillende domeinen bestaan er
  • ¼ van de productie wordt door 1 coöperatieve behandeld
  • 65% van de wijn is bestemt voor de export
  • 40 climats zijn Premier Cru
  • 16 hiervan liggen op de rechteroever van de Serein (Vaucopin, Côte des prés-Girots, Morein, Les Fourneaux, Mont de Milieu, Pied d’Aloup, Chapelot, Montée de Tonnerre, Côte de Bréchain, Berdiot, Côte de Vaubarousse, Vaulorent, Fourchaume, l’Homme Mort, Côte de Fontenay, Vaupulen)
  • 24 hiervan liggen aan de linkeroever (Beauroy, Côte de Savant, Troesmes, Vau Ligneau, Vau de Vey, Vaux Ragons, Côte de lêchet, Les Lys, Sécher, Chatains, Vaillons, Beugnons, Mélinots, Les Epinottes, Roncières, Butteaux, Forêts, Montmains, Chaume de Talvat, Côte de Jouan, Côte de Cuissy, Les Beauregards, Vaugiraut, Vosgros)
  • 7 Grand Cru’s bestaan er, allen grenzend aan elkaar op de rechteroever van de Serein

Chablis Grand Cru enkele feiten:

  • Volgende climats zijn gezegend met de status Grand Cru:
    1. Blanchot
    2. Les Clos
    3. Valmur
    4. Vaudésir
    5. Les Preuses
    6. Bougros
    7. Grenouilles
  • La Moutonne werd in 1951 tot de 8e Cru benoemd door een onderling akkoord tussen de eigenaar, L’institut National des Appellations d’Origine en Le Syndicat des Vignerons maar dit werd nooit officieel bekrachtigd
  • De totale Grand Cru oppervlakte bedraagt 105 Ha
  • Jaarlijkse productie van ongeveer 700.000 flessen

Wist je trouwens dat Chablis al liefkozend wel eens het perfecte oesterwater genoemd wordt? Het sprookjeshuwelijk tussen de twee komt voornamelijk tot stand omwille van de uitzonderlijke bodem en onderbodem die we er vinden. Zo’n kleine 150 miljoen jaren terug ontstond er de kimmeridgien bodem. Het is een voornamelijk kalkrijke bodem die gevormd werd van oesterfossielen. Tot op de dag van vandaag is dit trouwens het meest standvastige huwelijk dat ik ken!

Chablis2 Chablis3

Saó Del Coster – Shakira featuring Fredi aka Fresquito

Mijn eerste bezoek aan een wijndomein tijdens mijn reis naar Priorat was in Gratallops zelf. Het was onmiddellijk een voltreffer die de toon zette voor de rest van trip. Saó Del Coster (Costers is trouwens de lokale benaming voor de terrassenbouw waarop de wijngaarden staan) is een jong maar dynamisch wijndomein. Enthousiasme is geen loze benaming hier… Ze gaan er volle kracht voor en dat typeert ook hun wijnen.

Thuis had ik reeds contact genomen om een afspraak te regelen en Michi (Michelle – De Shakira uit Puerta Rico)  stuurde, regelde en gaf me onmiddellijk een gevoel van enorme gastvrijheid.
Eens op bezoek kreeg ik niet de mooie Puertorricaanse spring in’t veld te zien maar wel de gedreven, gepassioneerde wijnmaker Fredi Torres (aka Fresquito).
Nu kom ik veel in contact met een diversiteit aan wijnmakers en je merkt onmiddellijk wanneer ze maar wat uit hun nek staan lullen. Niet zo bij Fredi echter! Rustig, met kennis van zaken en niets uit de weg gaande bracht hij me zijn filosofie, zijn wijnen en zijn regio bij. Niets zou je kunnen doen vermoeden dat deze gast in een vroeger leven een Dj was die de hippe Shakira draaide in een Zwitserse nachtclub.
Na het bezoek aan één van de, overigens schitterende, wijngaarden was ik helemaal mee in het verhaal en keek ik vol verwachting uit naar de proeverij die ging volgen.

Het verhaal van Saò Del Coster kent zijn start in 2004 met een heel duidelijke lijn die Fredi had uitgetekend. Al de goede elementen aanwezig in Priorat moeten reflecteren in de wijn maar er moet meer zijn… De wijnen van Saò Del Coster mogen niet enkel zware, krachtige, hoog alcoholische wijnen zijn! Neen, ze moeten een nodige fraicheur bieden en bovendien staat het respect voor de natuur centraal. Deze aanvullende elementen stemmen me persoonlijk zeer gelukkig. Bovendien, eens je Priorat bezocht hebt begrijp je ook dat je dit prachtige land niet naar de verdommenis mag helpen door het kapot te spuiten met allerlei pesticiden, fungiciden of dergelijke. Saò Del Coster ging vanaf de start voor organische landbouw en volgt bovendien de principes van de biodynamische wijnbouw. Met gebruik van de nodige preparaten dus en rekening houdende met de kosmische- en aarde-elementen. Er wordt zo weinig mogelijk gesulfiteerd (één van de mooie uitspraken van Fredi is trouwens ‘I sulfate minimally, but I do it, I am not an anti-sulfer Taliban
De nodige fraicheur wordt dan weer behaald door de ligging van wijngaarden (iets hoger gelegen waardoor er meer afkoeling komt), het gebruik van oude stokken Carinena en de vinificatiemethodes van Fredi uiteraard.

Sao del coster1

Voorlopig zijn er vier wijnen waarmee Saò Del Coster de markt op komt. Hierbij zit ook de X de Saò. Een nevenproject van Fredi waarmee hij een hommage tracht te brengen aan zijn geboortestreek Galicia. Ik kreeg echter het volledige wijnarsenaal te proeven. Hierbij volgen mijn proefbevindingen.

  1.  X de Saò 2011 – DO Rias Baixas
    Albariño van 18 jaar oude stokken op 360 meter hoogte op een granieten/zanderige bodem.
    Koude schilweking gedurende 2 dagen. 6 maanden rijping op de lies. Lichte filtering.
    Organische wijnbouw maar wel met geselecteerde gisten.
    Heldere lichtgele kleur. Duidelijk florale aroma’s naast het witte en gele fruit (peer, abrikoosjes, citrus). Aangename vaststelling is dat de zuren zeer mooi zitten, vettig in middenrif en een lengte tot 5 seconden. Prachtige mineraliteit doorheen het geheel. Het agrum van bij de start wijzigt naar het einde toe in een zesty mandarijn. Zuivere Albariño. Niet de allergrootste maar wel een heerlijk correcte wijn.Sao del coster X
  2. Pim Pam Poom 2012 – DOQ Priorat
    Nieuwe wijn van Saò Del Coster waarmee ze trachten een eenvoudige, fruitige, niet te zware instapwijn te maken.
    93% Garnatxa en 7% aan lokale witte variëteiten.
    Vinficatie: semi-carbonique, inox
    Niet al te diep doorkleurd, helder. De neus is genuanceerd en het boeket is samen te vatten als floraal (viooltjes)  en  kleine rode besjes. Zacht van smaak met een goede aciditeit. De tannines zijn bijna niet aanwezig. Opnieuw de presentie van de rode besjes. Globaal bekeken is dit een eenvoudig maar geslaagd instappertje dat goed bekt.Sao del coster PPP
  3. S de Saò del Coster 2011 – DOQ Priorat
    Blend van Garnatxa, Merlot, Cabernet Sauvignon en Syrah. Wijngaarden op 320 meter hoogte op de typische leisteen bodem.
    Vinficatie: vergisting van 7 tot 14 dagen, gedeeltelijk met de steeltjes in inox. Geen filtering.
    Organische, biodynamische wijnbouw dus met eigen gisten.
    Helder, stevig rood doorkleurd. Slechts een klein snuifje heb je nodig om de kruidigheid doorheen de florale aspecten en het rode fruit te ontdekken. Peper, kaneel, kruidnagel zijn de kruiden/specerijen van dienst. Zeer zachte tannine, voldoende aciditeit. De alcohol kan niet weggestoken worden maar echt als storende wordt deze ook niet ervaren. Wel mooi aanwezig is het sappige rode fruit en die geurende kruiden. Samen met de voldoende lange afdronk maakt dit een zeer goed uitgebalanceerde en aangename wijn.Sao del coster S
  4. Terram 2008 – DOQ Priorat
    Blend van Carinena, Garnatxa, Cabernet Sauvignon en Syrah. Wijngaarden op 320 meter hoogte op de typische leisteen bodem.
    Vinificatie: Koude prefermentatie gedurende 2 dagen waarna een vergisting van 28 dagen volgt op inox. 12 maand rijping op een mix van nieuwe en gebruikte Bordeaux- en Bourgogne vaten. Geen filtering.
    Organische, biodynamische wijnbouw dus met eigen gisten.
    Intens donkerrood (neen geen inktzwart), stevig gekleurd tranend. Hey dit is een leuk neusje! Balsamic met eucalyptus en veel mineralen (lees schist/leisteen). Rood en zwart fruit (met een dominantie van pruim) doorheen het geheel, opnieuw de prachtige florale toetsen en de overheerlijke diversiteit aan kruiden. Nieuw is de kleine toets van zoethout. Dit is een neus waar ik echt van hou. Van de ene kant wil je blijven aroma’s ontdekken en ruiken, van de andere kant maakt het boeket je zo ongeduldig dat je niet kan wachten om te proeven.
    Het geheel is aanhoudend en zeer smakelijk. Belegen tannine, verfijnd, elegant en toch dragend met de nodige frisheid. Uiteraard een krachtige sappige zwart- fruittoets. Al het belovende van de neus komt terug in de smaak. Dit is een volmaakte, perfecte, gelukkig makende wijn!
  5. Terram 2006 – DOQ Priorat
    Twee jaartjes evolutie en jawel… het kan nog beter!
    De tertiaire aroma’s komen nu mondjesmaat maar heerlijk opzetten. Schitterende blonde tabak, cacao, licht vegetaal maar nog steeds boordevol fruit. Zuivere, verweven tannines. Mineraal en wat je ruikt proef je ook, maar nog Intenser. Super…heerlijk!
    Sao del coster Terram
  6. Planassos 2009 – DOQ Priorat à Barrel sample (vatstaal)
    100% Carinena van 67 jaar oude stokken op 320 meter hoogte op de typische leisteen bodem.
    36 maand gerijpt op eiken vaten. Geen filtering.
    Organische, biodynamische wijnbouw dus met eigen gisten.
    Inktzwart en heerlijke gekleurde traanvorming. De neus is nog ietwat gesloten. Even geduld, wat walsen en we ontdekken zwart fruit en een kruidenmix. Duidelijk hout en mineralen op achtergrond. De smaak is toch al voldoende rijk. Krachtige tannine, fruitig van zwarte kers en bes. Donkere chocolade in de lange afdronk. De wijn moet heel duidelijk nog tot ontwikkeling komen. Het is een barrel sample die nog bulkt van de kracht maar die veelbelovend lijkt naar de toekomst. Geen twijfel mogelijk of hier schuilt een grootse wijn achter die verfijning aan kracht gaat koppelen.Sao del coster Planassos
  7. La Poujada 2009 – DOQ Priorat à Barrel Sample (vatstaal)
    100% Carinena van 85 jaar oude stokken.
    Organische, biodynamische wijnbouw dus met eigen gisten.
    Geen verdere specificaties.
    Ontegensprekelijk voor mezelf het summum wat Saò Del Coster te bieden heeft!
    Fruit, fruit fruit… Rood, blauw en zwart. Roosjes, munt super leuke kruiden (mix van)… Heerlijk mondgevoel, veel delicater, eleganter dan Planassos. Wat een fraicheur doorheen de rijke structuur. Mineraal naar afdronk toe. Zeer complex en aanhoudende finale.
    Een wijn om verliefd op te worden en te koesteren! Deze wil ik in mijn privékeldertje in een afgesloten hoekje verbergen en bewonderen op sombere dagen. In combinatie met een heupwiegende Shakira leef je onmiddellijk weer op!

Samengevat is Saò Del Coster een zeer mooi en veelbelovend domein. Echt goedkoop kan je de wijnen niet noemen en helaas voor mij om zelf in te voeren zitten ze boven mijn vooropgestelde prijsvork.
Het domein echter is nog niet op de Belgische markt aanwezig en dat is toch wel een lacune in het fantastische aanbod dat we hier hebben.
Interesse? Neem contact op met hen… Het zou fijn zijn dat, wanneer je dit doet na het lezen van dit artikel, je even naar me refereert. Meer vraag ik niet, buiten enkele flesjes La Poujada misschien 😉.

Sao del coster2

 

Contactgegevens:
Saò Del Coster
Valls 30 – 43737 Gratallops – Priorat – Spain
info@saodelcoster.comwww.saodelcoster.com