Voor wat het hoogtepunt, voor mij persoonlijk dan althans, van onze Italiaanse wijnavonden moest worden heb ik moeten wachten tot avond 3. Daar zat ik dan met een broek vol Italiaanse goesting te wachten tot het aanvangsuur. Trentino – Alto Adige, Friuli-Venezia-Giulia en Veneto zouden die avond de revue passeren. Met daarbij mijn absolute number one van de Italiaanse regio’s…Alto-Adige! Deze wijnen ontgoochelen me zelden, blinken uit in schitterende inheemse en vrijwel nergens anders voorkomende druivenrassen (Lagrein, Teroldego, Schiava,…) en zijn bovendien nog een keer meester in het gebruik van de internationale rassen. Ik mag er mijn Riesling-bek niet over breken of het sap stroomt uit alle hoeken van mijn mond ;-).
Niet enkel Alto-Adige en Trentino zijn overigens meer dan de moeite waard. Dat is eveneens zo met Friuli en vooral het Valpolicella land van Veneto. Uiteraard zou Amarone de monden vullen evenals zijn kleinere broer, de Valpolicella Ripasso.
Moeilijk…excuseer, aartsmoeilijk was het om een samenstelling te maken in de wijnen die ik vanavond zou laten proeven. Er was er al eentje meer dan gebruikelijk en dan nog stond ik steeds in dubio. Uiteindelijk besliste ik dan om niet voor de internationale rassen te kiezen bij de officiële proeverij, maar deze nadien als een soort ‘slaapmutsje’ te openen!
Dit was tenslotte de uiteindelijke keuze:
Gezien we in het Italiaanse bubbelland bij uitstek zitten was de opener een Prosecco. De net tot DOCG gepromoveerde Conegliano Valdobbiadene mocht de Conca d’Oro extra dry op tafel toveren. Geen verfijnde uitmuntend bubbelende schuimer maar wel met de oerdegelijkheid die je van een Prosecco mag verwachten. Methode Charmat never beats Methode classico…
Het witte festival werd gestart met Friulano van Tenuta Pinni (groen, mineraal maar wat laks aan zuren volgens de proevers). Vervolgens een ‘gast-fles’ van Russolo, de Muller-Thurgau Delle Venezie IGT was leuk om drinken, met de nodige spritzigheid en ‘snoepzuurtjes’. Mij deden ze in ieder geval aan zure beertjes denken :-). Soave mocht niet ontbreken natuurlijk. mijn keuze viel op de Monte Ceriani van Tenuta Sant’Antonio. Een voorbeeld aan opwaardering van de Soaves van de laatste jaren.
Schuimbekkend belandden we eindelijk aan de rode wijnen! Yes, Yes, Yes!
Al van bij de eerste wijn was het goed prijs… Alfieri Cantarutti mocht zijn uitschuiver van de eerste les goed maken. Hij deed dit met verve. De Refosco dal peduncolo Rosso uit de Colli Orientale del Friuli zette onmiddellijk de toon. Weinig of geen verval in deze wijn van het jaar 2000. Nog steeds zijn kracht, zijn correcte zuurtegraad en vooral zijn fruit.
Helaas moesten er koppen gesneuveld worden want de ‘Mijn kop eraf als dit geen Lagrein is’ was niet meer of niet minder dan een DOC Teroldego Rotaliano Riserva van Mezzacorona. Deze superleuke wijn kaapte dan ook meer dan terecht de prijs/kwaliteit oscar van de avond weg. Reeds 2004 maar nog geen spatje verval!
Van Tenuta Sant’Antonio kwamen er nog de Monte Garbi Valpolicella Ripasso en de Campo dei Gigli Amarone. De ripasso is wat mij betreft nog iets te jong maar een wijn met een enorm aan potentieel. Je proefde zijn kracht en concentratie. Koesteren dus voor de komende jaren. De Amarone had een hoge last te torsen. Zou hij beter scoren dan de Sforsato uit Valtellina die ons vorige week wezenloos van bewondering achterliet? Neen dus…unaniem trouwens. Was hij lekker, was hij goed? Ja verdomme, vast en zeker maar dat mocht ook wel voor 48€!!
Tussen deze 2 wijnen in had ik de Lagrein van Nals Margreid geplaatst, de Baron Salvadori Riserva wel te verstaan. Vervelend voor mezelf want ik kan gewoonweg nooit objectief blijven als ik het over deze wijn moet hebben. Ik verval onmiddellijk in allerhande superlatieven. Meer dan terecht overigens 🙂 Het is één van die typische wijnen die een oprechte glimlach op mijn gezicht kan brengen.
End of story…? Neen want tijdens en na de afterparty (een hapjes festival waarbij meestal de ‘kletskes’ eraan moeten en er al eens een ander flesje ontkurkt wordt) had ik nog een ‘beside-proeverij’ voorzien.
Startend met een andere gast-fles trouwens! Een enig mooie houtgerijpte Garganega van Gino Fasoli én bovendien van oude stokken gemaakt. Nadien een superlichte maar tevens superfruitige Schiava van Nals Margreid.
Omdat ik één van de gasten beloofde ze een echt fabuleuze witte wijn uit Italië te laten drinken, en ik steeds mijn beloftes probeer na te komen, een waaaaauw – waaaaauw – waaaaaaauw Riesling! De Montiggl van St.Michael – Eppan uit de Alto Adige en tot slot (eigenlijk niet) een enig mooie Cabernet Sauvignon ‘Capitel del Monte’ van Tenuta Sant’Antonio.
Wat was het weer een unieke en mooie avond!
Alla Prossima Volta!
Filed under: Whaaaat's UP? | Tagged: Alto Adige, Amarone, Friulano, Friuli, Lagrein, muller-Thurgau, Nals margreid, prosecco, riesling, Ripasso, Soave, Tenuta Sant'Atonio, Teroldego, Valpolicella, Veneto |
hmmm!
en die pinni staat net vandaag ook op mijn blog 😉
LikeLike
Ben er onmiddellijk een keertje gaan rondsnuffelen 🙂
Tja Pinni…you like it or hate it! I am part of the loving ones!
LikeLike
Met oudjaar de Riesling gedronken bij verse zeetongrolletjes met kervek/curry saus: mooie match maar vooral een geweldig mooie Riesling aan een zeer mooie prijs? Is er nog wat in stock? 🙂
LikeLike
We zitten momenteel aan de 2009 en de prijs is gestegen tot 13,35 € maar ook deze is werkelijk weerzinwekkend mooi…!
LikeLike