Brunello di Montalcino – Magisch of Overroepen?

Brunello di Montalcino, een fijne rode wijn, afkomstig van de heuvels rond het stadje Montalcino, dat op ongeveer 42 km ten zuiden van Siena ligt. Dit is een van de beste wijnen van Italië en zeker een van de wijnen met het meeste potentieel men zegt dat hij soms wel een halve eeuw kan rijpen. Hij wordt gemaakt van de Brunello (Sangiovese Grosso).
De grote faam van de Brunello zorgde na de oorlog voor een ongezien succes. Het wereldwijde enthousiasme voor de Italiaanse keuken ging hand in hand met de vraag naar Brunello di Montalcino. Dit trok investeerders aan van overal: lokale grootboeren, eeuwenoude adel, gefortuneerde industriëlen uit Toscane en andere regio’s van Italië of zelfs uit Amerika. Kortom , het is de moeite om de geschiedenis van Brunello even in ’t kort te schetsen.

Even oud als de Italiaanse éénmaking
Vanzelfsprekend worden er al heel lang wijndruiven geteeld rond het stadje Montalcino. Maar tot het begin van de 19de eeuw was de wijn die werd geproduceerd bestemd voor de lokale restauratie . Hij werd simpelweg opgediend in kannen. Duurdere wijn die in flessen werd gekocht, was doorgaans import uit Frankrijk. Halfweg de 19de eeuw ging men in Montalcino echter beseffen dat de Sangiovese­ variant die er werd geteeld, bijzondere eigenschappen had. Zo wat rond het moment dat het ééngemaakte Italië, de zogenaamde Risorgimento, het daglicht zag (1861) werd de productie geïntensifieerd en ontstond de gewoonte om de wijn minstens 4 jaar te laten rijpen op houten vaten. Dit werd een succes. Belangrijkste auteur van dit succes was Clemente Santi, eigenaar van Fattoria Il Greppo. Clemente was een welopgevoede man, met enige kennis van scheikunde (zijn grootvader was apotheker), die anderen wist te overtuigen om zijn voorbeeld te volgen. Het bijzondere was dat hij zijn wijn puur van één druivenras maakte, zonder deze te versnijden. Voortaan zou Brunello door het leven gaan als een gebottelde klassewijn. Het oogstjaar 1888 werd een ware triomf en is een van de pilaren die de faam van de Brunello voorgoed zouden vestigen. Van de 1888 zouden trouwens nog enkele flessen overgebleven zijn. Zijn achterkleinzoon Ferruccio Biondi Santi wist de kwaliteit van de Brunello ook te verzilveren. Hij richtte in 1926 de Cantina Sociale Biondi Santi op. De Cantina vond de weg naar de export en voerde al­ gauw Brunello uit tot in Amerika.
Het fascistische tijdperk was nefast voor de wijn . Ruim 25.000 herbergen werden vanaf het eind van de jaren ‘ 20 gesloten. Het gevolg was dat de inlandse consumptie van wijn met zo’n 30% slonk . Het was wachten op het einde van WO II eer er weer kon aangeknoopt worden met groei. In 1963 werden de DOC-wet goedgekeurd en in 1966 zag de wijnbeurs Vinitaly het daglicht: een belangrijke boost voor de er­kenningen en de export van de betere Italiaanse wijn. Een jaar later werd de Consorzio del Vino Brunello di Montalcino opgericht. Er werd sterk geïnvesteerd in de Brunello, waarvan de faam bleef groeien. Het werd een belangrijk uithangbord van “Made in Italy.” Brunello was in 1980 de eerste appellatie die de hoogste DOCG­ status verwierf.

Brunello: Een bijzondere Sangiovese
De Brunello, naam van de beroemde Italiaanse wijn, is tevens de naam van het druivenras waarvan de wijn wordt gemaakt. Deze druif is een variant van de Sangiovese die we in de Chianti Classico regio vinden en de Prugnole Gentile die gedijt in
Monte­pulciano en behoort tot de alleroudste druivenrassen van Italië. Naar alle waarschijnlijkheid is de druif ook afkomstig van Toscane. We vinden deze kwa­iteitsdruif nauwelijks op andere plaatsen in Europa.
Per decreet is vastgelegd dat Brunello uit­ sluitend mag samengesteld zijn uit Sangiovese Grosso (Brunello), die geteeld wordt binnen het reglementaire territorium van Montalcino. De wijnbouw is er onder meer onderhevig aan opgelegde snoei- en geleidingstechnieken en de rende­menten zijn beperkt (zie verder).

Bijzonder eigenschappen

De Brunello heeft een opmerkelijke dikke schil in vergelijking met de andere Sangiovese varianten. Als u weet dat Sangiovese een druif is met een stevig tanninegehalte, dan beseft u dat de Brunello een tanni­nerijke wijn voortbrengt. Daarom ook heeft goede Brunello behoefte aan een perfecte rijping van de druiven en aan een bijzonder terroir. Dat terroir vinden we in de ongerepte heuvels rond het stadje Montalcino dat 564 meter boven de zeespiegel ligt en enkel omringd wordt door bossen (50%), wijngaarden (15%), olijfbomen (10%) en weiden en akkers (25%). Door de dikke schil is de tint van de wijn die uit de schil afkomstig is, ook intenser dan bij de gemiddelde Sangiovese. Verder zijn er ook gelijkenissen met de Toscaanse wijnfamilie, zoals het relatief hoge zuur­ gehalte, de toets van violet, rode bessen, rood en zwart pitfruit en een lichtjes aardse ondertoon. Met de jaren wint de wijn aan charme, wordt zachter van zuur- en tanni­nestructuur, krijgt een heerlijke toets van amandelen, noten, zoethout en een complex, tertiair boeket. Brunello is een wijn met een enorm bewaarpotentieel. Naar verluidt is de 1888 nog altijd drinkbaar. Ook moderne Brunello blijft makkelijk 20 jaar op zijn top

Bijzonder complex

Door de jaren heen ontwikkelt de wijn een boeket dat zoals gezegd heel complex kan worden. De vraag wordt vaak gesteld hoe het mogelijk is dat één druif, ongeblend, kan leiden tot zo’n complexe wijnen. Voor het antwoord volstaat het naar de wijngaarden te kijken: sommigen liggen in het midden van de heuvel, anderen liggen lager, sommigen zijn zuidoostelijk georiënteerd of pal op het zuiden, andere naar het westen of zuidwesten en sommige zelfs op het noorden. Deze modali­teiten vertalen zich in het karakter van de smaak van de geoogste druiven.
De Brunello is ook een druif die erg gevoe­lig is voor bodem- en klimaatverschillen. Er bestaan in Montalcino zo’n 30 verschi lende Brunello-klonen.De ene is beter aangepast dan de andere om laag in de vallei of hoog op de heuvel te gedijen. De druiven rijpen ook sneller of trager afhankelijk van de expositie aan de zon de verschillen in bodemstructuur. Die bodem is erg gevarieerd: van leem door­aderd met leisteen tot mergel en rijkere stukken kleihoudende grond, kleimergel of slib. Boven de 150 meter vinden we ook vaak de beroemde galestro, een soort van afgeronde dikke kei, in de bodem. De druiven worden per perceel op andere tijdstippen geoogst. In feite oogst men op die manier druiven met erg verschillende karaktereigenschappen. 4-5 jaar later mondt dit uit in een complexe wijn waarin meerdere invloeden verweven zitten.
Er wordt ook aangenomen dat de naam ‘Brunello’ verband houdt met de kleur van de wijn (betekent ‘donker zoals de aarde’ in het lokaal dialect) . Het is inderdaad één van de zeldzame wijnen waarbij een lichtjes aardse schijn doorheen het robijnrood niet noodzakelijk een teken is van een snelle evolutie van de wijn.

De wijngaarden van Montalcino
Montalcino geniet binnen Toscane van een bijzonder microklimaat. Voor alle wijngaarden van Montalcino geldt dat er een warmer en meestal ook droger klimaat heerst dan in de rest van deze wondermooie provincie. De druiven rijpen dus in gunstige omstandigheden en kunnen bijna een week eerder worden geoogst dan in Montepulciano (regio van de Vino Nobile) en in het Chianti Classico gebied. De regenval is met 700 mm per jaar een stuk minder dan het gemiddelde van 900 mm in andere wijnregio’s. Het warme klimaat maakt dat zelfs wijngaarden die naar het noorden gericht zijn hier hun nut hebben: ze rijpen trager en leveren daardoor karaktervolle, aromatische wijnen op. Wijngaarden ge­richt naar het westen en het zuiden krijgen meer uren zonlicht, maar ook meer maritieme wind, wat zorgt voor krachtiger en complexere cru’s. Ideaal is wanneer een wijnbouwer over wijngaarden beschikt aan beide zijden van de heuvel: dat laat hem toe interessante blends te creëren.
De meeste wijngaarden bevinden zich ten noordoosten van Montalcino-stad. Dat is ook het meest heuvelachtige district. Belangrijk is hier ook de aanwezigheid van de Monte Amiata, tevens de hoogste heuvel van Zuid-Toscane, die het hele district beschermt tegen zuidoostelijke invloeden en tegen de regen. De aanplant is als volgt verdeelt: 2.100 hectaren komen in aanmer­king voor de Brunello, 510 hectare voor de Rosso, 600 hectare voor de Sant’Antimo en 50 hectare tenslotte voor de Moscadello di Montalcino, waarvan een zoete witte wijn wordt gemaakt.

Invloed van de millésimes
Brunello is geen zuiderse wijn. Het is een uit­ gesproken bewaarwijn en de expressiviteit, de concentratie, de zuur- en tanninestruc­tuur, de lengte en het bewaarpotentieel van de Brunello zijn niet enkel verbonden met het terroir, met de kwaliteit van de druiven en de gekozen klonen, maar ook met de kli­matologische omstandigheden. Vandaar dat de oogstjaren een belangrijke rol spelen in het karakter van de wijn. Dit gezegd zijnde moet men er altijd rekening mee houden dat wijnen uit moeilijke oogstjaren daarom niet minder interessant zijn: ze kunnen soepeler, eleganter en sneller op dronk zijn. Het zijn wijnen die vaak perfect inspelen op de vereis­ten van de moderne markt.

Vijf sterren-systeem
Vanaf het oogstjaar 1945 is er een vijf sterren­ systeem ingevoerd dat jaar na jaar de kwaliteit van de oogst quoteert. Achter deze quo­tering schuilt een zorgvuldig samengestelde jury van experts die elk jaar samenkomt. Gegeven de technische vooruitgang en de selectie in de wijngaarden, gebeurt het even­ wel zelden dat een oogst minder dan drie sterren krijgt.

Brunello en Rosso di Montalcino
In Montacino vinden we 4 denominaziones (één D.O.C.G. en drie D.O.C.’s). Vier wijnen die elk een eigen karakter hebben. De twee bekendste daarbij zijn de Brunello en de Rosso di Montalcino.
Laat ons beginnen met de topwijn. De Brunello heeft een intens en aanhoudend parfum dat breed en complex is, met nuances van rood en zwart fruit, een eiktoets en zachte kruiden zoals vanille met een ondertoon van gekonfijt fruit. In de mond valt de kracht op, de stevige, harmonieuze structuur, die perfect kan samengaan met een unieke elegantie, net als het pittige karakter van de afdronk. Deze kenmerken maken van de Brunello een wijn met een groot bewaarpotentieel. Zonder enige overdrijving kan een Brunello 10 tot 30 jaar ouderen en in sommige gevallen nog veel langer. Het schenken gebeurt best in grote kristallen glazen bij een temperatuur van 16 graden.
Om de kwaliteit van de Brunello te vrijwaren, heeft de Consorzio regels opgesteld die ronduit streng mogen genoemd worden. Behalve het feit dat hij enkel van Brunello (Sangiovese) geteeld mag worden en dit in een strikt afgebakend productiegebied, gelden ook nog de volgende voorschriften:

  • De opbrengsten mogen de 80 kwintalen per hectare niet overschrijden (1 kwintaal = honderd kilo)
  • De opbrengst in wijn mag slechts 68% van het gewicht in druiven bedragen (dit brengt de maximum opbrengst per hectare op maximum 54,4 hectoliter)
  • De wijn mag pas 5 jaar na de oogst gecommercialiseerd worden (6 jaar bij Riserva’s)
  • Daarvan moet hij minstens 2 jaar in eiken vaten gerijpt hebben (3 jaar bij Riserva’s)
  • En minstens 4 maanden in de fles (bij Riserva’s is dat 6 maanden)
  • Hij mag enkel gebotteld worden in de productieregio in flessen met bordeaux­ vorm.

Rosso di Montalcino  De jongere broer van de Brunello
Van hetzelfde druivenras en van dezelfde terroirs kennen we naast de Brunello ook de Rosso di Montalcino. Deze wijn wordt vroeger in de markt geplaatst en heeft een jonger karakter. Maar dat wil nog niet zeg­ gen dat het hier om een lichtvoetige, speelse wijn gaat. De Rosso is een wijn met een frisser, fruitiger en jonger karakter, maar het rasvolle karakter en de structuur  die de Brunello zo beroemd maakt, vinden we ook in de Rosso terug. De Rosso di Montalcino is een elegante, smakelijke en harmonieuze wijn, met een heldere robijnrode tint, een intens en enthousiast aroma, met een frisse hint van vers geplukt zomers fruit . Deze wijn wordt doorgaans jong gedronken, maar beschikt in sommige gevallen ook over voldoende structuur om minstens 5 jaar te ouderen.
U kan zich afvragen waarom er Rosso di Montalcino wordt gemaakt wanneer druif en wijngaard dezelfde zijn. Het antwoord ligt bij de onverenigbaarheid van de productievoorschriften van de Brunello en de hoge rendementen die typisch zijn voor jonge druivenstokken . Wat doet een wijnbouwer bijgevolg met percelen die recent aangeplant werden of die wijnen opleveren die minder geschikt zijn om te rijpen? Hij maakt er een Rosso van.
De voorschriften voor de Rosso di Montalcino:

  • De opbrengsten mogen de 90 kwintalen per hectare niet overschrijden
  • De opbrengst in wijn mag maximum 70% van de opbrengst in druiven bedragen (of omgerekend 63 hl/hectare)
  • De wijn mag in september volgend op het jaar van de oogst al gecommercia­liseerd worden
  • Er is geen verplichting om de wijnen te laten rijpen in eiken vaten of op fles
  • Hij mag enkel gebotteld worden in de productieregio in flessen met bordeaux­ vorm.

De Moscadello di Montalcino
De Moscadello verwijst naar een witte druif (Moscato Bianco) waarvan in Montalcino zowel een zachte stille, een Late Harvest als een schuimwijn wordt gemaakt. Over de Moscadello di Montalcino wordt al sinds de 17de eeuw gewag gemaakt in geschriften. Het zoete karakter ervan maakt van deze wijn een uitgelezen begeleider van desserts en dan vooral van pasteitjes en gebak.
De voorschriften voor de Moscadello di Montalcino :

  • De opbrengsten mogen de 100 kwintalen per hectare niet overschrijden. Bij de Late Harvest is dat slechts 50 kwintalen
  • De opbrengst in wijn mag maximum 65% van de opbrengst in druiven bedragen (45% voor de Late Harvest)
  • De wijn mag ten vroegste op 1 januari van het tweede jaar na de oogst gecom­mercialiseerd worden (Late Harvest)
  • Er is geen verplichting om de wijnen te laten rijpen in eiken vaten of op fles

De Sant’Antimo: de jongste D.O.C. van Montalcino
Deze wijn dankt zijn naam aan de beroem­de middeleeuwse abdij die amper enkele kilometers van Montalcino verwijderd ligt. Deze nieuwe D.O.C. (beëdigd in 1996) geeft uiting aan het verlangen van de produ­centen om het kwaliteits terroir rond Mont­alcino, ook als het niet in de strikt afgebakende Brunello-zone ligt, te valoriseren. Hier gedijen ook andere (internationale) druivenrassen naast de Brunello-druif. Bij de Sant’Antimo Rosso heeft de wijn­bouwer zelfs het recht om cepagewijnen te maken van uiteenlopende rassen zoals Carbernet, Merlot, Pinot Nero, Novello… Bij de Sant’Antimo Bianco vinden we Char­donnay, Sauvignon Blanc, Pinot Grigio … Er is trouwens ook een Sant’Antimo Vin Santo.

Brunell di Montalcino

Bron: Vino Magazine

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: