Het aanplanten van meerdere druivenrassen door elkaar heen in een enkele wijngaard was tot eind negentiende eeuw zeer gebruikelijk. Dit fenomeen van gemengde aanplant, dat in het Frans complantation en in het Duits Gemischter Satz heet, lijkt in onze tijd een revival door te maken. Wat zijn de redenen voor een dergelijke aanplant, waar vind je zulke wijngaarden nog en wie zijn de voortrekkers ervan?
Eerst even wat definities. Bij gemengde aanplant staan er meerdere druivenrassen in één wijngaard. Deze vorm van wijnbouwcultuur is het tegenovergestelde van de aanplant van één ras in één wijngaard, aangeduid als monocépagecultuur. Bij een pure vorm van gemengde aanplant staan de planten van verschillende rassen ongeordend door elkaar heen. De druiven worden allemaal tegelijk geoogst en samen vergist, met als resultaat een zogenaamde field blend. Het tegenovergestelde van een field blend is een assemblagewijn. Die wordt gemaakt in de kelder, van (wijnen van) verschillende druivenrassen die niet tegelijk zijn geoogst en meestal ook niet samen zijn vergist. Er bestaat dus een fundamenteel verschil tussen een field blend en een assemblagewijn.
RISICOSPREIDING
Gemengde aanplant was tot eind negentiende eeuw zeer gebruikelijk. Het was primair bedoeld om risico te spreiden en dé manier om ieder jaar een bevredigende oogst te garanderen. Het ene jaar deed de ene variëteit het wat beter, het andere jaar de andere; onrijpheid werd gecompenseerd door overrijpheid enzovoorts. Gemengde aanplant was dus niet zozeer een kwaliteitskeuze in de moderne zin, maar veel meer een keuze van pragmatische aard. Ook was het vaak helemaal geen keuze, maar gewoon onbedoeld- In de tijd vóór de moderne ampelografie kenden wijnboeren de verschillen tussen druivenrassen simpelweg vaak niet.
FAMILIE
Oude gemengde wijngaarden bestaan meestal uit meerdere rassen uit dezelfde druivenfamilies, die uit de betreffende streek komen of daar veel voorkomen. De hoeveelheid individuele druivenrassen in een gemengde wijngaard varieert nogal. In Douro heb je het soms over meer dan veertig variëteiten, in Wenen over zo’n twintig en in de Elzas soms maar over een handvol. In bepaalde gevallen is de diversiteit aan echte druivenrassen waarschijnlijk wat overtrokken, want er staan ongetwijfeld mutaties tussen die niet als individueel ras te classificeren zijn. Maar het is ook zo dat de enorme genetische diversiteit van druivenrassen lijkt aan te geven dat kruisbevruchting aan de oorsprong staat van alle rassen die nu bestaan. Kruisbevruchting is heel goed mogelijk in gemengde wijngaarden.
VERANDERINGEN DOOR PHYLLOXERA
Er is een aantal redenen – en sommige daarvan houden verband met elkaar – waarom gemengde aanplant heeft plaatsgemaakt voor monocépagecultuur. Een heel belangrijke reden is de komst en verspreiding van wijngaardziekten uit Amerika, met name phylloxera maar ook (echte en valse) meeldauw. Daardoor gingen heel wat wijngaarden verloren, met als logisch gevolg een grootschalige herinrichting. Met name de gemakkelijkst te kweken, meest productieve en beste variëteiten werden herplant, zodat de diversiteit aan druivenrassen enorm terugliep.
Phylloxera bracht ook een verandering in het vermeerderen van planten teweeg, die bijdroeg aan het verdwijnen van gemengde aanplant. Het vervangen van dode planten door aflegging was niet meer verstandig. Veiliger waren (virusvrije) nieuwe planten uit kwekerij. die geënt waren op Amerikaanse onderstokken. Toegenomen ziektedruk in Europese wijngaarden stimuleerde ook evolutie van klonale selectie in plaats van de traditionele massa selectie, hoewel die ontwikkeling pas echt dominant werd in tweede helft van de twintigste eeuw.
MARKETING
Er zijn ook nog redenen van ‘commerciële’ aard voor het bijna volledig verdwijnen van gemengde aanplant. Het is niet zo monocépagecultuur voorafgaand aan phylloxera helemaal niet bestond. Bepaalde, destijds al beroemde wijngebieden als Rheingau kenden al vanaf eind achttiende eeuw een sterke focus op een bepaald druivenras, in dit geval riesling. Andere voorbeelden Hermitage, Barolo en Bourgogne. Dat wil niet zeggen dat er helemaal geen andere druivenrassen voorkwamen. Maar de nadruk lag doorgaans op één ras, dat de beste resultaten gaf. Je kunt dus zeggen dat monocépagecultuur in zekere zin al voor de uitbraak van phylloxera een trend was. En nadien al helemaal, zeker vanaf de jaren tachtig van de vorige eeuw, toen met de enorme vergroting van de wijnwereld het steeds minder aantrekkelijk werd een wijn naar zijn herkomst te noemen en single -variety wines zeer succesvol werden. Monocépagewijnen zijn nu eenmaal veel aantrekkelijker voor marketing.
OUD IS VAAK GEMENGD
Het gebrek aan diversiteit, de inwisselbaarheid van veel wijnen van één druivenras en de mede daaruit voortgekomen hang naar authenticiteit. heeft de interesse in terroirwijnen sterk doen toenemen. En daarmee zijn ook oude, gemengde wijngaarden weer in de mode gekomen. Maar waar vind je ze nog? In feite komen gemengde wijngaarden overal voor waar je zeer oude wijngaarden aantreft. En dat is echt niet alleen in Europa: Californië heeft waarschijnlijk de grootste concentratie aan zeer oude wijngaarden ter wereld. Daar zijn het met name petite sirah en zinfandel die samen met andere rassen als carignan, barbera, peloursin, syrah en alicante bouschet staan aangeplant. Een mooi voorbeeld van een wijn van zo’n oude wijngaard is de Petite Sirah van Stags’ Leap met de naam Ne Cede Malis. Die komt uit een perceel waarin maar liefst zestien verschillende druivenrassen staan.
Ook in Australië en Chili (met name in Maule en Itata) bestaan nog oude gemengde wijngaarden, net als in Zuid-Afrika. Rosa Kruger, dé expert in Zuid-Afrika op het gebied van oude wijngaarden, zegt: “De meeste van onze oude wijngaarden zijn ook gemengd, maar dan zo dat maximaal 10% van de aanplant verschilt van de hoofdvariëteit. Een chenin-blancwijngaard kan hier en daar wat sémillon blanc, sémillon gris, muscat d’alexandrie en soms palomino hebben staan. En in een oude cinsautwijngaard vind je bijvoorbeeld ook wat palomino, chenin, muscat en zelfs een mutatie als cinsaut blanc.
GEMISCHTER SATZ
Toch trekken bepaalde wijngebieden in Europa de meeste aandacht met hun oude en deels vernieuwde wijngaarden van gemengde aanplant. Opmerkelijk is hun belang in Oostenrijk, en dan vooral in Wenen, dat er sinds 2011 een officieel beschermde herkomstbenaming voor kent: ‘DAC Wiener Gemischter Satz. Maar ook in Burgenland, Steiermark en sporadisch in Niederösterreich komt nog gemengde aanplant voor. Sinds 2015 maakt één van de beste coöperaties ter wereld, Domäne Wachau, een Gemischter Satz uit de wijngaard Seiber bij Weissenkirchen. Roman Horvath MW, directeur van Domäne Wachau, vertelt over deze traditie in Wachau: “Gemengde aanplant was vroeger ook in Wachau normaal. Maar voor de Tweede Wereldoorlog was het wijngaardareaal sterk teruggelopen en toen de heraanplant begon, in de jaren vijftig en zestig, lag het accent op grüner veltliner en riesling, onze twee paradedruiven. Zo’n wijngaard als Seiber is een uitzondering en uniek.
Bij Oostenrijkse gemengde aanplant spelen zo’n beetje alle rassen die zijn toegestaan voor kwaliteitswijn een rol, met name grüner veltliner, riesling, pinot blanc en pinot gris, maar ook meer lokale specialiteiten als neuburger, roter veltliner en rosenmuskateller.
COMPLANTATION
In een ander gebied dat zich – net als Wenen – als kruispunt van Europa ziet, de Elzas, krijgt gemengde aanplant sinds een jaar of twintig ook weer aandacht. Het lijkt alsof die slechts van een enkele producent komt: Jean-Michel Deiss van Domaine Marcel Deiss in Bergheim. Maar complantation kent meer ambassadeurs, zoals Domaine Schoech uit Ammerschwihr. Altenberg de Bergheim (Bergheim) en Kaefferkopf (Ammerschwihr) zijn de enige officiële uitzonderingen op de regel dat een Alsace Grand Cru van een enkel druivenras moet zijn gemaakt én de naam van dat druivenras ook op zijn etiket moet dragen. De protagonisten wijzen vaak op de Elzastraditie van Edelzwicker, maar laat u niets wijsmaken: dat was meestal geen field blend, maar een assemblagewijn. En lang niet altijd een van de goede soort. Verder heeft Deiss weliswaar wijngaarden met wel dertien verschillende druivenrassen – typerend voor de Elzas in heden en verleden – maar gaat het bij een field blend van Kaefferkopf bijvoorbeeld vaak om slechts twee verschillende rassen: gewürztraminer en riesling.
Een andere wijngaard die vaak als complantation wordt genoemd, is Clos du Zahnacker van Cave de Ribeauvillé. Maar zoals wijnmaakster Evelyne Bléger-Dondelinger al eens vertelde: “Het perceel is beplant met riesling, pinot gris en gewürztraminer, maar niet en complantation; de rassen staan niet door elkaar aangeplant, maar vormen drie gescheiden blokken. Die worden niet tegelijk geoogst, maar de most ervan wordt wel gemengd voor de vergisting begint. In de Elzas lijkt het argument van de traditie wat overtrokken en speelt een veel belangrijkere beweegreden een rol: terroirexpressie.
FIELD BLENDS UIT DOURO
Een gebied dat ontegenzeggelijk een grote traditie heeft van gemengde wijngaarden en ware field blends, is Douro in Portugal. Meer nog dan Alentejo, ook omdat internationale druivenrassen in Douro een veel minder grote rol spelen. Veel portproducenten werkten altijd al met oude wijngaarden, waarin – naar eigen zeggen – tot wel veertig verschillende variëteiten staan aangeplant. Daarbij gaat het om alle bekende portdruiven, zoals touriga franca, tinta roriz, tinta barroca, touriga nacional, tinta amarela en tinta cao, aangevuld met minder bekende rassen als rufete, sousao en bastardo. De man die ze fashionable heeft gemaakt voor de productie van onversterkte wijn is Dirk van der Niepoort.
Zijn voorliefde voor gemengde oude wijngaarden is bepaald niet alleen ingegeven door nostalgie. Vanuit wijnbouwkundig perspectief heeft gemengde aanplant alleen maar nadelen. Als er maar één druivenras staat, is het veel makkelijker precieze en effectieve behandelingen in de wijngaard te doen”, zegt Dirk. “Het is overigens interessant dat wanneer tinta barroca en touriga franca apart zijn aangeplant er wel vier weken verschil in het rijpingsmoment kan zitten. Maar als ze samen staan, is dat soms maar een week. Toch is er een verschil van rijpheid, dus moet je kiezen: ga je voor overrijpe barroca of groenere franca?’
TERROIREXPRESSIE
Verreweg de belangrijkste reden voor producenten om met gemengde wijngaarden te werken, is hun zoektocht naar complexiteit en ultieme terroirexpressie. Dirk van der Niepoort zegt enigszins filosofisch: “Monocépagewijnen zijn op simpelere wijze perfect, field blends zijn boeiender, energieker. In het verleden zat er een logica achter welke druivenrassen op een bepaalde plek bij elkaar stonden. Het is heel interessant om die verschillen van blends per herkomst te zien.”
De algemene gedachte van veel producenten met gemengde wijngaarden is dat een mix van traditionele druivenrassen de terroirexpressie vergroot. Jean-Michel Deiss heeft het altijd over de verschillende druivenrassen als het symfonieorkest, met het terroir als dirigent. Samen zijn zij in staat een symfonie te spelen van een complexiteit die een individueel ras (een solist, om in de beeldspraak te blijven) niet bereikt. Op zich is dat een logische gedachte. Toch strookt ze niet helemaal met de moderne opvattingen over de basisvoorwaarden voor terroirexpressie: zowel onder- als overrijpe druiven zijn daarvoor onwenselijk. Bovendien wordt het merendeel van de wijnen die tegenwoordig als grote terroirwijnen worden beschouwd, van Bourgogne tot Mosel, noordelijke Rhöne en Barolo, gemaakt van een enkele variëteit. Dirk van der Niepoort wijst op het feit dat veel van die gebieden vroeger ook gemengde wijngaarden hadden, maar dat de invloed van landbouwingenieurs voor monocépagecultuur heeft gezorgd. Maar hij zegt daarnaast: “Er zijn ook druivenrassen die alleen moeten worden aangeplant, om hun individualiteit en dominante karakter. Pinot noir is er daar een van, nebbiolo ook en hier in Portugal baga. En wellicht ook riesling.”
ORKEST VERSUS SOLIST
Gemengde aanplant maakt een beperkte maar interessante revival door. Even los van andere argumenten voor gemengde aanplant, fascineert mij dat van een superieure terroirexpressie het meest. Ik kan de logica volgen. Terroirwijnen moeten in eerste instantie ruiken en smaken naar de plek waar ze vandaan komen. Van een pure uitdrukking daarvan in wijn leidt de variëteit met zijn raseigen karakter in theorie eigenlijk alleen maar af. Maar in de praktijk denk ik dat de wijnliefhebber juist baat heeft bij een herkenbaar druivenras in een wijn. Dat kan de herkomst van de wijn verraden en de terroirexpressie verduidelijken: wat overblijft nadat de duidelijke raskenmerken en die van de vinificatie/opvoeding zijn gedefinieerd, zijn de veel lastiger te duiden kenmerken van terroir. Haal je het druivenras uit de balans, dan wordt terroir herkennen wellicht puurder maar nóg lastiger. Bovendien staan naar mijn mening bepaalde druivenrassen qua ‘edelheid’ boven andere. Zoals Dirk van der Niepoort al aangaf: bepaalde solisten verdienen een groot podium. De aanwezigheid van mindere druivenrassen verzwakt hun uitmuntendheid. Dan tilt de solist het orkest naar een hoger algemeen niveau, maar haalt het geheel nooit het niveau dat de solist zelf heeft. Dus? Gemengde aanplant is een boeiende vorm van wijnbouw -juist ook in deze tijd – die in meer gebieden dan nu het geval is heel goed kan werken. De beste wijnen bewijzen dat. Die zijn gelaagd, energiek en spannend. Maar dat kan ook aan de wijnmakers liggen …
Bron: Artikel van Lars Daniëls, verschenen in Perswijn nummer 5 van 2016
Filed under: Second opinions? | Tagged: blend, complantation, field blend, gemischter satz |
Geef een reactie